Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

stil

betekenis & definitie

bn. en bw. (-ler, -st), 1. zonder of met zeer weinig beweging of geluid: dat kind kan geen ogenblik — blijven; de zee is —, er zijn geen golven; (spr.) stille waters hebben diepe gronden, in lieden die zich weinig uitlaten, zit vaak meer (verstand, ondeugd, arglist, valsheid) dan men wel zou vermoeden; — zijn van iets, onder de indruk zijn van een gebeurtenis; —! ik weet wat; een stille getuige, een zaak die door haar bestaan bewijskracht heeft; met stille trom vertrekken, in alle stilte, zo ongemerkt mogelijk; een stille mis, mis waarbij niet gezongen wordt; niet in woorden geuit: een stille wrok tegen iemand koesteren; ik had nog altijd een stille hoop dat het toch zou gebeuren; (van plaatsen) waar geen of weinig geluiden gehoord worden: het was er zo — dat men een speld kon horen vallen;

2. bw.: — lezen, zacht, voor zichzelf;
3. niet roerig, druk of luidruchtig: een — mens, een vreedzaam, rustig mens; een — plekje in het bos; (handel) van de stemming wanneer er weinig vraag en bijgevolg een geringe omzet is: het is — in suiker; bw.: — toeluisteren, zonder mee te praten, (ook) bedaard, kalm; — leven, zonder ambt of bedrijf; zonder maatschappelijk verkeer;
4. zijn hoedanigheid niet openbarend, verborgen, geheim: een stille aanbidder, een stille (agent), een rechercheur; stille drinker; een stille vennoot, die alleen met zijn geld in een zaak deelneemt.