Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

stelen

betekenis & definitie

(stal, heeft gestolen), heimelijk wegnemen om zich wederrechtelijk toe te eigenen; (spr.) die eens steelt, is altijd een dief, als men eenmaal oneerlijk gehandeld heeft, is men voorgoed zijn naam van eerlijk man kwijt; (fig.) iemands hart —, zijn genegenheid winnen; iemands eer en goede naam —, hem belasteren, in opspraak brengen; dat kind is om te —, het is bijzonder lief en aardig; je kunt me gestolen worden, ik kan je missen.