v./m. (-en),
1. staaf;
2. hoofdtak van een gewei;
3. stof in stangvorm: suikerstang;
4. gebit aan een paardetuig; op de — rijden, (paard) strak houden; (fig.) scherp toezien.
Gepubliceerd op 16-06-2020
betekenis & definitie
v./m. (-en),
1. staaf;
2. hoofdtak van een gewei;
3. stof in stangvorm: suikerstang;
4. gebit aan een paardetuig; op de — rijden, (paard) strak houden; (fig.) scherp toezien.
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 1.651 anderen in!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.