Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

staand

betekenis & definitie

bn., tegenw. deelw. van staan, gebruikt ter uitdrukking van een blijvende eigenschap;

1. met betrekking tot staan in de betekenis: in opgerichte houding op zijn voeten rustend: staande leeuw, die met zijn vier poten op de grond rust; op staande voet, eig. voordat men een voet verzet; terstond;
2. (van zaken) zich in verticale richting bevindend: — hout, hout op stam, ongevelde bomen; staande voeg, loodrechte, opgaande voeg; — verband, bestaande uit afwisselende kopen streklagen; — glas, kassen met zijwanden van meer dan 1,50 m; een — uurwerk, een klok of pendule;
3. (van het rijm en de versregels) — rijm, mannelijk rijm, in tegenst. met slepend of vrouwelijk rijm; — vers, staande regel, die eindigt met een lettergreep die de klemtoon heeft;
4. op dezelfde plaats blijvend, zich niet bewegend; staande hond, die voor het wild roerloos blijft staan;
5. vast, niet veranderlijk; — weer, bestendig weer; een staande wind, die uit dezelfde hoek blijft waaien; een staande uitdrukking, een in haar formulering vast geworden uitdrukking;
6. in stand blijvend: een — leger, staande troepen, die altijd beschikbaar zijn.