Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Scherprechter

betekenis & definitie

m. (-s), (ook: hangman, hangedief, diefhenker, stokker, meester van den zwaarde), beul.

De scherprechter was belast met de pijniging van verdachten en met het voltrekken van de lijfstraffelijke vonnissen. Behalve de vaste inkomsten die de scherprechter genoot, werd hij voor zijn diensten nog volgens tarief beloond. Het ambt van scherprechter was een ‘eerloos’ beroep. De beul was verplicht, geïsoleerd van de overige bevolking, op een aangewezen plaats te wonen, b.v. in één van de stadstorens, opdat de andere inwoners voor zijn nabuurschap gevrijwaard bleven. Ook moest hij bijzondere kleding dragen, opdat men hem niet met eerzame burgers zou verwarren. Soms gold de bepaling dat hij in de kerk bij het avondmaal niet tussen de andere lidmaten mocht zitten, maar de laatste plaats moest innemen.

Dit gold ook voor de vrouw van de scherprechter. Voor de zoons van de beul stond meestal geen eerzaam beroep open, zodat het ambt van scherprechter erfelijk werd in bepaalde geslachten, wier leden veelal ook onder elkaar huwden.