Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Satelliet

betekenis & definitie

[Lat.], m. (-en),

1. (ook: maan, wachter), hemellichaam dat een baan beschrijft rond een planeet; kunstmatige satelliet, kunstmaan;
2. (fig.) iemand die steeds een ander vergezelt of zich in handelwijze en denkbeelden naar hem richt;
3. planeetwiel.

Er zijn enige tientallen satellieten bekend; de aarde heeft er 1, Mars 2, Jupiter 13 (14?), Saturnus 11, Uranus 5, Neptunus 2 en Pluto 1(?). In verhouding tot de bijbehorende planeet is de maan verreweg de grootste satelliet. De absoluut grootste satelliet is de Jupitermaan Ganymedes (diameter ca. 5280 km). In het algemeen bewegen de satellieten in dezelfde richting als de draaiing van de moederplaneet. Uitzonderingen zijn de retrograde satellieten VIII en IX van Jupiter en Phoebe van Saturnus. De omlooptijden zijn groter dan de rotatietijd van de moederplaneet (uitgezonderd de binnenste Marsmaan Phobos). Uit de halve grote as en de omlooptijd van een satellietbaan kan met behulp van de derde wet van Kepler de massa van de planeet worden bepaald.

Pas sinds de vluchten van enkele ruimtesondes is meer bekend geworden over enkele satellieten. Zo hebben de Voyagers 1 en 2 in 1979 opnamen gemaakt van enkele Jupitermanen waarbij op Io een werkende vulkaan is waargenomen. Meer gegevens over de satellieten worden bij de moederplaneten behandeld.