Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Roten

betekenis & definitie

(rootte, heeft geroot),

I. (overg.) (van vlas, hennep) het vrijmaken van de bastvezels uit de stengels;

II. (onoverg.) de inwerking van vocht ondergaan.

Door roten wordt de pectine in de stengels omgezet in oplosbare stof en de cambiumlaag, die de bast met het hout verbindt, verwijderd. De aan de omtrek gelegen bastvezels worden zodoende ‘losgeweekt’ van de houtbestanddelen. Verscheidene rootmethoden berusten op de inwerking van microorganismen (bacteriën of schimmels), waartoe het vlas na drogen en repelen in een vochtige omgeving gebracht wordt.

1. Dauwroting. Het vlas van veelal slechte of middelmatige kwaliteit wordt uitgespreid op het land bij min of meer vochtige omstandigheden. Duur ca. 5—7 weken. De roting met schimmels wordt toegepast in Zeeuws-Vlaanderen en voor 20-25 % van de produktie in België.
2. Warmwaterroting. Het vlas wordt op bundels in kanalen of bassins gelegd met water van 34 °C. Duur 3-4 dagen. Deze roting wordt toegepast voor 60 % van de Ned. produktie en voor 75-80 % van de Belgische.
3. Koudwaterroting. De vlasbundels worden in vijvers, sloten of plassen gelegd. Duur ca. 2-3 weken.
4. Blauwof modderroting. In een sloot gelegd, worden de vlasbundels bedekt met een laag modder; het vlas krijgt een totaal ander uiterlijk. Duur 2-4 weken.

Bij sneeuwroting worden de bundels met sneeuw bedekt. Wanneer te lang wordt geroot, neemt de sterkte van de vezels af. Na het roten worden de vlasbundels, de zgn. kapellen, op het land tegen elkaar gezet om te drogen; meestal gebeurt het drogen machinaal. Chemisch roten vindt plaats door te koken met loog. Zie linnengaren.