Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Roken

betekenis & definitie

(rookte, heeft gerookt),

1. rook afgeven: het vuur rookt; het roken van de Etna; de kachel rookt, rook ervan dringt in de kamer; (fig.) daar kan de (mijn) schoorsteen niet van roken, daarvan kan men (ik) niet leven, dit levert niets op; onpers. gebruikt: het rookt in de kamer, daarin verspreidt zich rook (uit de kachel);
2. (pregn.) de rook van tabak, resp. sigaren, sigaretten, e.d. inzuigen en uitblazen: hij zit te als een schoorsteen; verboden te als gewoonte: rook je niet?, wilt u roken?, wilt u een sigaar, sigaret?; een coupé niet-roken, waar het verboden is te roken; (metonymisch) voor zo’n afdeling: ik ga altijd niet-roken zitten; (fig.) ergens een lelijke pijp mee roken, er met schade en schande af komen;
3. een van de oudste conserveringsmethoden van voedingsmiddelen;
4. damp afgeven, dampen: het paard rookt (na hard gelopen te hebben).

PATHOLOGIE

Het roken van sigaretten vormt de grootste vermijdbare doodsoorzaak; het aantal sterfgevallen waarbij het roken een rol speelt, wordt alleen voor Nederland al geraamd op 37 per dag. In de afgelopen 70 jaren heeft het roken van sigaretten in ruime mate andere vormen van roken verdrongen. De consumptie steeg sterk in deze periode, is recentelijk weer wat gedaald bij mannen, maar stijgt nog steeds bij vrouwen.

De fatale gevolgen van het roken zijn bijna geheel beperkt tot de sigarettenrokers; bepalende factoren zijn het aantal per dag gerookte sigaretten, het wel of niet inhaleren en het aantal jaren dat men gerookt heeft. Sigarettenrokers hebben een ongeveer tweemaal grotere kans op middelbare leeftijd te overlijden dan niet-rokers, en hebben een sterftecijfer ongeveer gelijk aan dat van 10 jaar oudere niet-rokers. Een man van 35 jaar die een gemiddelde sigarettenroker is, zal naar schatting 5,5 jaar korter leven dan een niet-roker. Voor iemand die het roken staakt, wordt de kans om aan een rokersziekte te sterven kleiner, ook al heeft hij vele jaren gerookt; na 10 jaar niet te hebben gerookt geldt voor hem hetzelfde sterftecijfer als voor de niet-roker. Tabaksrook heeft een ingewikkelde samenstelling. De belangrijkste bestanddelen zijn stoffen die bij proefdieren kanker kunnen verwekken, stoffen die de slijmvliezen van de luchtwegen prikkelen, nicotine (dat veel schadelijke invloed heeft op de bloedvaten), stoffen die waarschijnlijk verantwoordelijk zijn voor de tabaksgewenning, en verder koolmonoxide, dat de zuurstoftransportfunctie van de rode bloedlichaampjes nadelig beïnvloedt. Het passieve roken, d.w.z. het inademen van de sigaretterook van een ander, is eveneens schadelijk, hoewel in iets mindere mate.

Longkanker. Er bestaat een duidelijke relatie tussen het aantal gerookte sigaretten en de kans op het krijgen van longkanker. Inhaleren verhoogt de kans op deze ziekte; deze kans wordt kleiner door het roken van alleen filtersigaretten en van weinig teerhoudende sigaretten. Als het roken van sigaretten zou worden beëindigd, zou er binnen 20 jaar nog slechts het tiende deel van het aantal sterfgevallen wegens longkanker voorkomen.

Chronische bronchitis en longemfyseem (de CARA-ziektegroep). Deze beide ziekten zijn verantwoordelijk voor veel sterfgevallen, vooral bij mannen. Zij zijn ook een belangrijke factor inzake werkverzuim wegens ziekte, en tevens wat betreft blijvende invaliditeit. Vooral sigarettenrokers worden getroffen en vergeleken met niet-rokers of rokers van pijp of sigaren, hebben zij vaak een verminderde longfunctie. Het roken van sigaretten is de belangrijkste oorzaak van chronische bronchitis en longemfyseem.

Ziekten van hart en bloedvaten. Roken speelt een rol bij het ontstaan van slagaderverkalking (arteriosclerose) en verergert het verloop van deze aandoening, die o.a. de kransslagaders, de beenslagaders en/of de hersenslagaders ernstig kan aantasten. Vernauwing van de kransslagaders door deze ziekte (coronairsclerose) en op basis daarvan ontstane hartinfarcten veroorzaken 1 op de 3 sterfgevallen bij mannen van 35-65 jaar en 1 op de 7 sterfgevallen bij vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep. Voor rokers is de kans op Coronairsclerose ongeveer tweemaal zo groot als voor niet-rokers. Ook bij het ontstaan en het verloop van trombangiitis obliterans, een aandoening van vooral de beenvaten, speelt roken een grote rol.

Andere medische gevolgen van het roken. Vrouwen die tijdens de zwangerschap roken, baren gemiddeld kleinere babies dan niet-rokende vrouwen, en hebben waarschijnlijk een grotere kans op abortus, een doodgeboren kind of een kind dat een hogere postnatale sterftekans heeft. Verder is het zeker dat kankers van de mond, het strottehoofd en de slokdarm, en eveneens althans deels die van de urineblaas en de alvleesklier vaker voorkomen bij sigarettenrokers dan bij niet-rokers.

Bestrijding. Een roker van zijn gewoonte afbrengen is niet eenvoudig. Wat men kan proberen is de sigarettenroker over te laten schakelen op pijp of sigaar. Het rookprobleem kan men het beste aanvatten bij de jeugd. Ook voor de overheid ligt hier een taak, b.v. het aan banden leggen van de reclame voor sigaretten, zorgen voor meer niet-rookcoupé’s in treinen.

VOEDINGSMIDDELENTECHNOLOGIE

Roken wordt als conserveringsmethode toegepast voor verse vlees-en visprodukten. Vlees (ham, spek) wordt gewoonlijk eerst gezouten of gepekeld, waardoor het watergehalte vermindert en de houdbaarheid wordt vergroot. Vleesprodukten (vleeswaren) ondergaan voor het roken een zodanige behandeling (toevoegen van zout, pH-regeling e.d.) dat ze het rookproces kunnen ondergaan zonder dat nadelen als bederf optreden. Zo ontstaat rookvlees, rookworst, gerookte ham of spek. De meeste rauwe worstsoorten (zoals boeremet-, cervelaat-, snij-, plockworst) worden eveneens gerookt.

Sommige produkten worden warm, andere koud gerookt. Een aantal vissoorten wordt door middel van roken geconserveerd. Wanneer hete rook wordt toegepast, wordt de vis tevens gaar (stomen); dit levert b.v. de gestoomde bokking en makreel; ook aal wordt warm gerookt. Koud roken wordt toegepast op steurharing (haring); dit levert spekbokking of Engelse bokking; ook verse, aan de rug opengesneden haring wordt koud gerookt waardoor kippers worden verkregen.

Het rookproces verbetert kleur, geur en smaak. Het werkt enigszins conserverend, door de ermee gepaard gaande droging en door de invloed van o.a. de fenolen, azijnzuur en formaldehyde. Men vervangt in sommige landen in sommige produkten het traditionele rookproces door directe toevoeging aan het worstdeeg van vloeistoffen, waarin slechts bepaalde rookcompenenten zijn opgelost. Vooral in de VS werd hierover veel onderzoek verricht, omdat men meent dat het gewone rookproces misschien zeer geringe hoeveelheden kankerverwekkende stoffen in het produkt achterlaat.

De rook wordt verkregen uit geselecteerde houtsoorten (vooral beukehout). Het roken geschiedt soms nog volgens oude methoden in rookkasten, waarin houtafval langzaam onder rookontwikkeling wordt verbrand. Steeds meer komen rooktunnels in gebruik, waardoor rook wordt geleid waarvan men de samenstelling, vochtigheid en temperatuur kan regelen.