Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Republiek

betekenis & definitie

[Lat. res publica, publieke zaak, gemenebest], v. (-en), staatsvorm waarbij de gehele regeermacht of de uitvoerende macht van de staat is opgedragen aan een raad of aan een persoon die voor een bepaald aantal jaren wordt gekozen of benoemd: de uitroepen; m.n. gebruikt met betrekking tot Nederland: de Republiek der Verenigde Nederlanden, kortweg (pregn.) de Republiek genoemd, de Ned. Staat van 1588-1795; (fig.) groep van personen die een bepaalde categorie vormen: de der letteren, de wereld van schrijvers en dichters.

De republiek was sinds de oudheid de staatsvorm die als tegenhanger van de monarchie werd beschouwd. De moderne ontwikkeling van de monarchie, onder invloed van de gedachte van de volkssoevereiniteit deed de tegenstelling republiek-monarchie echter verdwijnen. Kenmerkend (maar niet principieel) is doorgaans de titel van het staatshoofd van de republiek, de president, wiens macht en bevoegdheden worden bepaald door de constitutie van de desbetreffende republiek. Zo is de president in de VS en in vele ontwikkelingslanden naast staatshoofd tevens regeringsleider. De presidenten van b.v. de BRD en Italië bezitten een functie en een positie die weinig verschillen van het staatshoofd van een constitutionele monarchie met parlementair stelsel. In het algemeen kan worden gesteld, dat waar voor de republiek gekozen wordt, dit gebeurt om in staat te zijn de president te kiezen of te benoemen voor een van tevoren vaststaande periode, terwijl bij de monarchie om redenen van continuïteit de voorkeur blijft uitgaan naar de erfelijkheid van de kroon.

LITT. H.Althaus, Zwischen Republik und Monarchie (1976); M.Imbaden, Politische SystemeStaatsformen (1974).