[Fr.],
I. bn. en bw. (-zer, -st),
1. betrekking hebbend op de godsdienst;
2. godvruchtig, godsdienstig: zeer zijn; aan de godsdienst gewijd: een religieuze congregatie;
3. gebonden aan een kloosterregel of gelofte;
4. bovenzinnelijk; extatisch: een religieuze verering voor iemand koesteren;
II. m. (-zen), lid van een orde of congregatie; regulier, kloosterling.