Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Raad voor de Scheepvaart

betekenis & definitie

Ned. college dat is ingesteld bij de Schepenwet van 1909 en dat is belast met het onderzoek naar de oorzaken van scheepsrampen buitengaats, indien een voorlopig onderzoek door de inspecteur-generaal voor de scheepvaart daartoe aanleiding geeft. De raad is gevestigd in Amsterdam en bestaat uit een jurist-voorzitter en enige gewone leden; de secretaris is eveneens een jurist.

De Raad voor de Scheepvaart is niet alleen bevoegd uitspraak te doen over de oorzaken van een scheepsramp, maar kan ook de kapitein, stuurlieden, werktuigkundigen of radiotelegrafisten in geval van schuld of gebleken ongeschiktheid schorsen voor ten hoogste twee jaren, of berispen. Van een lid van de bemanning kan het monsterboekje gedurende ten hoogste een jaar worden ingehouden. De uitspraken van de Raad voor de Scheepvaart verschijnen in druk als afzonderlijke bijvoegsels bij de Ned. Staatscourant. De tegenhanger van de Raad voor de Scheepvaart, voor de binnenvaart, is de Commissie Binnenvaartrampenwet, ingesteld in 1931 bij de gelijknamige wet. Overigens is voor de binnenvaart in ons land het belangrijkste het Binnenaanvaringsreglement van 1926, dat echter niet geldt voor Rijn, Waal en Lek (die vallen onder het Rijnvaartpolitiereglement 1938), evenmin voor de Merwede tot Dordrecht en de Noord met hun vertakkingen en voor de Westerschelde, waarvoor een aanvullend reglement bestaat. Daarnaast bestaan nog een Algemeen Reglement van Politie voor rivieren en rijkskanalen van 1919, een algemeen Reglement voor de Scheepvaart ter beveiliging van beweegbare spoorbruggen en een groot aantal bijzondere politiereglementen voor afzonderlijke wateren.

In België is het de Onderzoeksraad voor de Zeevaart die de oorzaken van de zeevaartongevallen dient vast te stellen.