(projecteerde, heeft geprojecteerd),
1. ontwerpen, de plannen maken voor: een nieuwe wijk, een kanaal, een weg projecteren;
2. door tekening in projectie voorstellen: de oppervlakte van de aarde projecteren;
3. door middel van een optisch stelsel een reëel beeld van een voorwerp laten ontstaan op een scherm, m.n. van dia’s en films;
4. (fig.) weergeven: in zijn romanfiguur heeft de schrijver zijn eigen persoonlijkheid geprojecteerd.