Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

proeftijd

betekenis & definitie

m., tijd dat men ergens op proef is, b.v. in een klooster (noviciaat), in een betrekking, ook in het strafrecht, bij voorwaardelijke veroordeling; fig. van het aardse leven: tot mijn proeftijd is vervuld.

ARBEIDSRECHT

De proeftijd kan volgens het Ned. arbeidsrecht ingevolge art. 1639.1 BW op niet langer dan twee maanden worden gesteld; een tweede proeftijd kan niet worden aangegaan. Voor beëindiging van de dienstbetrekking tijdens de proeftijd gelden de opzegtermijnen niet; evenmin is toestemming van de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau noodzakelijk (ontslagvergunning). In het Belg. arbeidsrecht moet, op straffe van nietigheid, het beding van proeftijd voor ieder werkman of bediende afzonderlijk schriftelijk worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip waarop de werkman of bediende in dienst treedt. De proeftijd mag niet minder dan zeven en niet meer dan 74 dagen duren voor de werkman, en niet minder dan een maand voor de bediende.

STRAFRECHT

In het Ned. strafrecht betekent proeftijd de periode waarin een voorwaardelijke veroordeling, voorwaardelijke invrijheidstelling of voorwaardelijke terbeschikkingstelling van de regering van kracht is. Tijdens de proeftijd moet de dader de algemene en bijzondere voorwaarden die hem bij de rechterlijke uitspraak zijn opgelegd nakomen. De algemene voorwaarde houdt in dat hij tijdens de proeftijd zich niet schuldig zal maken aan enig strafbaar feit. De bijzondere worden door de rechter zelf geformuleerd en vinden hun begrenzing in ieder geval in de grondrechten die staatkundige en godsdienstige vrijheid garanderen. Bij de voorwaardelijke veroordeling beloopt het tijdvak hoogstens drie jaar in geval van misdrijf en hoogstens twee jaar in geval van overtreding. Bij de voorwaardelijke invrijheidstelling duurt de proeftijd een jaar langer dan het overblijvend gedeelte van de straftijd.

In België komt de proeftijd voor bij voorwaardelijke invrijheidstelling, bij uitstel van tenuitvoerlegging van straffen en bij opschorten van uitspraak van veroordeling (probatie).