[Eng.], m. (-s), positieve afdruk op fotografisch papier, in feite een (matig sterke) vergroting ten opzichte van het negatief.
De print wordt gemaakt met een printer, d.i. een vergrotingsautomaat, die elektronisch de vereiste belichting meet en toedient. De tegenhanger is de handvergroting. Prints hebben gestandaardiseerde formaten (9 x 13 cm voor rechthoekige en 9 x 9 cm voor vierkante negatieven). De papierband wordt door de ontwikkelen fixeermachines geleid, en pas na het glanzen tot losse prints versneden. Als lichtgevoelig papier gebruikt men een contrastrijk werkende emulsie waarvan de gradatie door de laborant optimaal aangepast kan worden, nl. door de printer een goed gedoseerde voorbelichting te laten geven. Kleurenfoto’s worden vrijwel uitsluitend als prints geleverd.