Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

praatpaal

betekenis & definitie

m. (-palen),

1. paal waarin zich een telefoonaansluiting of mobilofoon bevindt, waardoor men kan spreken met een centraal punt voor inlichtingen of instructies;
2. (fig.) iemand bij wie men zijn hart kan luchten: mijn functie is die van praatpaal.

Praatpalen zijn geplaatst langs de autowegen ten behoeve van weggebruikers die pech hebben of die om andere redenen hulp nodig hebben. In Nederland zijn de eerste praatpalen geplaatst langs rijksweg 13 (Rotterdam -’s-Gravenhage) met de centrale post de Pauwmolen bij Delft. Er waren in 1979 ca. 2250 praatpalen door de ANWB geplaatst, alle aangesloten op de Wegenwachtstations.

In België zijn de eerste praatpalen in 1966 geplaatst langs de autoweg Brussel-Oostende. Sindsdien zijn ook de E3 (1969) en de E10 met deze apparaten uitgerust. De palen staan evenals in Nederland op een onderlinge afstand van 2 km paarsgewijs opgesteld. Op de verlichtingspalen zijn pijlen aangebracht die in de richting van de dichtstbijzijnde praatpaal wijzen. Door het indrukken van een knop in de paal wordt automatisch een telefonisch contact met de rijkswacht tot stand gebracht.