Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

plantengemeenschap

betekenis & definitie

v. (-pen), vegetatiekundige eenheid, waarin de invloeden die planten op elkaar uitoefenen bepalend zijn voor de structuur en het zelfregulerend vermogen totdat een zekere mate van evenwicht bestaat. De plantengemeenschap is vaak een indicator van een specifiek leefmilieu (synecologie).

Zo is er aanvankelijk sprake van een vegetatie van pioniersoorten wanneer wisselwerkingen tussen de diverse concurrerende soorten ontbreken, zoals bij akkeronkruiden op braakliggende gronden, maar allengs zich een reeks van meer gecompliceerde structuur ontwikkelt (watervegetatie, graslanden en bossen), eindigend in de zgn. climax.Deze eindtoestand wordt bepaald door het klimaat, de bodemgesteldheid en het terreinreliëf. Een plantengemeenschap kan één soort, maar ook vele soorten omvatten. De floristische samenstelling van een plantengemeenschap duidt men aan met associatie.

LITT. V.Westhoff en A.J.den Held, Plantengemeenschappen in Nederland (1969); V.Westhoff a., Wilde planten (3 dln. 1970).

< >