Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

plant

betekenis & definitie

[Lat.], v./m. (-en),

1. elk van stengel en bladeren voorzien gewas dat zijn voedsel uit de aarde betrekt; (spreekt.) beperkt tot de kleinere gewassen, onder uitsluiting van de bomen: planten opkweken; planten van de koude grond; (fig.) een teer plantje, iets dat veel zorg vereist om tot leven gebracht te worden; iets dat weinig verduren kan, voorzichtig behandeld moet worden:
2. (biologie) alle tot het plantenrijk behorende organismen ter onderscheiding van dier ⓔ : planten en dieren; (ook) plant en dier.

BIOLOGIE

De indeling van het gehele rijk van levende wezens in planten en dieren suggereert dat elk organisme òf plant òf dier zou zijn. Er zijn echter ook organismen die duidelijk plant noch duidelijk dier zijn. Er gaan dan ook stemmen op om naast planten en dieren een derde groep te erkennen waarin dan de slijmzwammen (Myxomycètes) en de schimmels (Mycophyta) worden gerangschikt. Wil men niettemin slechts planten en dieren onderscheiden, dan zijn kenmerken voor (hogere) planten:

1. het lichaam is opgebouwd uit cellen met een duidelijke, gewoonlijk starre (cellulose-)celwand (celstrekking komt alleen bij planten voor);
2. planten hebben het vermogen zonlicht als energiebron te benutten (fotosynthese), en nemen daardoor een sleutelpositie in in de kringloop van alle leven (autotroof, parasiet, voedselnetwerk);
3. planten missen het vermogen tot actieve verplaatsing;
4. planten hebben geen zenuwstelsel en zintuigen. Er is overigens ook een fundamentele biochemische eenheid aan te wijzen die alle levende wezens betreft. Het is nl. gebleken dat de eiwitten van alle organismen opgebouwd zijn uit dezelfde (ten hoogste vijf) bouwstenen (desoxyribonucleïnezuur, eiwit, genetische code). Voor de indeling van de planten: plantenrijk (overzicht).

GODSDIENSTHISTORIE

Plant en bloem zijn in vele godsdiensten van betekenis, in enkele (Indiase en Zuidamerikaanse) zelfs van groot belang, in de cultuur, mythe en symboliek. Daarbij zijn de levenskracht, de vorm, de kleur, de geur (de laatste twee m.n. bij bloemen) en de werking (medisch of extatisch) in het geding. In het zen-boeddhisme dient een bepaalde rangschikking van planten en bloemen als symbool van de verstilde wereld die in de verlichting geschouwd wordt. In Japan heeft het schikken van bloemen van oorsprong een godsdienstige betekenis (ikebana).

LITT. F.M. Engil, Flora magica (z.j.).