v./m./o. (—ten), (ook: steekhevel), glazen vloeistofreservoir, waarmee een nauwkeurig bekende hoeveelheid vloeistof overgebracht kan worden.
Er zijn twee soorten pipetten. De oudste bestaat uit een glazen buis met een verdikking, waarmee een bepaalde vaste hoeveelheid (b.v. 10 ml) vloeistof kan worden overgebracht. De andere pipet (de maatpipet) bestaat uit een glazen buis met schaalverdeling, waarmee dus verschillende hoeveelheden kunnen worden afgemeten. Men brengt de vloeistof in de pipet door de vloeistof erin op te zuigen tot boven de merkstreep en vervolgens zoveel vloeistof eruit te laten vloeien tot het vloeistofoppervlak (meniscus) aan de merkstreep reikt. Gevaarlijke vloeistoffen worden door middel van een rubber bal of een zuiger die deel uitmaakt van de pipet, opgezogen.