Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

particulier

betekenis & definitie

[Fr.], bn. en bw.,

1. niet geldend voor, niet behorend bij iedereen of allen, maar slechts voor of bij een gedeelte of een enkel persoon: iemands particuliere mening; zijn particuliere secretaris;
2. privaat, niet publiek: een particuliere audiëntie; iemand spreken, afzonderlijk; door individuele personen, niet door de overheid verricht, in stand gehouden enz.: een particuliere school; initiatief;
3. wat iemand persoonlijk betreft: zijn particulier leven; iemands particuliere zaken, zijn eigen, familieaangelegenheden; dat is bezit; eigenaardig, wonderlijk: dat is zeer particulier;
4. familiaar, intiem: hij is een particuliere vriend van mij; bw.: ik ken hem particulier.