Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

pantoffel

betekenis & definitie

[Fr.], v./m. (-s), schoeisel met laag bovenwerk, dat men gemakkelijk aanen uitschiet, om in huis te dragen, muil: lederen pantoffels; (zegsw.) hij staat, zit onder de pantoffel, hij laat zich door zijn vrouw regeren; het op zijn pantoffeltjes af kunnen, het niet druk hebben.

Oorspronkelijk was de pantoffel een schoen met kurken zool die in de 15e eeuw in West-Europa voornamelijk bij het theater bekend was. Daarna werd zij door heren gedragen; dames droegen muiltjes. Sinds de 19e eeuw wordt de pantoffel veelal gedragen als (winter)schoeisel voor in huis.