Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

ozon

betekenis & definitie

[Gr. ozo, ruiken], m./o., de allotrope zuurstof modificatie 03.

Ozon heeft een smeltpunt van -193 °C en een kookpunt van -112 °C. De eigenaardige reuk die zuurstof na elektrische vonkdoorslag verspreidt is te wijten aan ozon. Ozon komt in de atmosfeer voor in een verhouding van een ozonatoom op een miljoen zuurstofatomen, beperkt tot een laag van 2050 km hoogte (de ozonlaag). Aan het aardoppervlak neemt men ozon alleen waar na onweer. Ozon ontstaat ook bij donkere elektrische ontladingen die men door lucht of zuurstof laat gaan; onder invloed van ultraviolette stralen met een golflengte van 0,2 (xm en kleiner wordt eveneens ozon gevormd. Ook kathodestralen en stralingen van radioactieve stofdoen ozon ontstaan.

Ozon ontstaat bij alle reacties waarbij zuurstofatomen in aangeslagen toestand (in statu nascendi) gevormd worden. Door condensatie in vloeibare lucht gevolgd door gefractioneerde destillatie is zuiver ozon te verkrijgen. Ozon is bij gewone temperatuur een gas; in vloeibare toestand intensief blauw tot zwartblauw; in vaste toestand zwart. Uit de dichtheid van het gas volgt dat de formule 03 is. De drie zuurstofatomen bevinden zich in de hoekpunten van een gelijkbenige driehoek. Ozon is bij gewone temperatuur en in verdunde toestand een tamelijk bestendige stof; in geconcentreerde toestand is het heftig explosief.

Vloeibaar ozon is nog explosief bij -120 °C., het werkt bij gewone temperatuur reeds krachtig oxiderend.

Op kleine schaal (explosiviteit) wordt ozon door elektrolyse van joodzwavelzuur gemaakt, waarbij aan de anode van een elektrolysetoestel naast zuurstof tevens ozon ontstaat, indien de stroomdichtheid sterk wordt opgevoerd. De platina-anode wordt gekoeld, teneinde ontleding van het ozon te voorkomen (toestel van Fischer). Door het gebruik van op gelijkstroom gesuperponeerde zwakkere wisselstroom is het rendement nog zeer sterk te vergroten (toestel van Archibald en Würtemberg).

In het laboratorium en om lucht met enig ozon te beladen wordt ozon gemaakt door ultraviolet licht of donkere elektrische ontladingen.

De oudste en wellicht nog steeds de belangrijkste toepassing van ozon is die bij de zuivering van drinkwater, berustende op de sterk bacteriedodende werking. Het gebruik van ozon heeft hier speciaal zin, indien reeds betrekkelijk zuiver water aanwezig is, dat geen filtratie eist. Het ozon heeft dan, boven andere chemische zuiveringsmiddelen als chloorverbindingen, het voordeel geen onaangename smaak te veroorzaken, omdat een overmaat vanzelf verdwijnt en bovendien de smaakgevende zouten niet worden weggenomen. Ook oxideert ozon fenolhoudend water, waarvoor een veel geringere hoeveelheid nodig is dan van chloor. De ozon wordt met kracht met het water tezamen verstoven (Otto-toestellen) of wel in wastorens door het water opgenomen. Ook voor luchtzuivering wordt ozon veel toegepast.

Hier berust de werking op een oxidatie van de uitademingsprodukten en organische afscheidingen, die de benauwdheid veroorzaken (theaters, bioscopen, ondergrondse spoorwegen enz.). Daar tevens een sterilisatie plaatsvindt, vindt deze ozonisatie van de lucht ook toepassing in abattoirs e.d., waar rotting moet worden vermeden. De concentraties nodig voor het vernietigen van geurstoffen zijn echter dikwijls hoger dan de giftigheidsgrens. Ozon wordt verder gebezigd voor het bleken van allerlei produkten, zoals was, ivoor, suiker, wasgoed (ozonwasserij), garens;

verder voor het kunstmatig verouderen van azijn en wijn, bij het bottelen van bier, de bereiding van thee en tabak, en ook voortdurend meer bij de synthese van tal van organische produkten.