Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

oud-katholieke kerken

betekenis & definitie

christelijke kerkgemeenschappen, die voornamelijk zelfstandige en onafhankelijke katholieke kerkgemeenschappen werden uit verzet tegen het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid (1870). Zij ontstonden o.a. in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Tsjechoslowakije, de VS en Polen.

Met de Ned. Oudbisschoppelijke Clerezie werd in 1889 een Unie van Utrecht gevormd. Alleen de bij deze unie aangesloten kerken worden door de leden als oud-katholiek erkend. De oud-katholieke kerken houden vast aan het geloof van de oude, ongedeelde kerk, zoals dit in de oecumenische geloofsbelijdenissen en in de uitspraken van de oecumenische concilies van "de eerste tien eeuwen uitgedrukt is. Zij verwerpen de besluiten van het Eerste Vaticaans Concilie over de onfeilbaarheid en de kerkelijke oppermacht van de paus (1870), de verklaring van paus Pius IX over de onbevlekte ontvangenis van Maria (1854) en het dogma van Maria’s lichamelijke tenhemelopneming (1950), daarnaast de rooms-katholieke heiligen-, relikwieënen beeldenverering en bedevaarten; zij kennen geen verplichte biecht, geen vastenwet en geen verplicht priestercelibaat. De gehele eredienst wordt in de moedertaal gevierd. Kenmerken voor de oud-katholieken is hun oecumenisch streven.

In 1931 werd de kerkelijke gemeenschap met de anglicanen hersteld; vanaf het begin namen zij deel aan de oprichting van de Wereldraad van Kerken, waarvan zij lid zijn. Er ontstonden na het Tweede Vaticaans Concilie in verscheidene landen officiële gesprekscommissies. In 1970 legden de oud-katholieke bisschoppen een verklaring af over het primaatschap van de Kerk. In 1972 werd door het Secretariaat voor de Eenheid te Rome alsook door de Internationale Oud-Katholieke Bisschopsconferentie de Züricher Nota aanvaard, waardoor een samenwerking op pastoraal en sacramenteel gebied mogelijk werd. Duitsland. In 1870 legde een aantal bekende theologen (J.J.I.von Döllinger en J.Friedrich van München, Reinkens, Weber en Baltzer van Bresau) de verklaring af dat het Eerste Vaticaans Concilie niet als een oecumenisch concilie kon gelden en dat het daar afgekondigde dogma van de onfeilbaarheid van de paus als in strijd met de katholiek leer moest worden verworpen.

In 1871 werd te München het eerste oud-katholieke congres gehouden, waaraan meer dan 500 afgevaardigden uit Duitsland deelnamen. Het tweede congres werd in 1872 te Keulen gehouden. Een reglement voor gemeenten en synode werd opgesteld, volgens hetwelk de bisschop jaarlijks omstreeks Pinksteren een synode bijeenroept. De pastoors worden gekozen door de gemeenten en door de bisschop wordt deze keuze bevestigd. Nederland.

De Oud-Katholieke Kerk, ontstaan uit de -Oudbisschoppelijke Clerezie, zette de traditie voort wat het bestuur door bisschoppen betreft, waarbij deze terzijde worden gestaan door een uit geestelijken en leken bestaande Synodale Raad. Tenminste eenmaal per jaar en zo vaak het episcopaat het nodig oordeelt, wordt de synode bijeengeroepen, bestaande uit de docenten van het seminarie, de pastoors en de kerkmeesters. Deze synode heeft een adviserend karakter. De gemeente wordt bestuurd door een kerkbestuur, bestaande uit de pastoor en twee tot acht kerkmeesters, die door de bisschop worden aangesteld. De aartsbisschop van Utrecht wordt gekozen door het kapittel, alle overige priesters van het aartsbisdom en een aantal leken. De bisschop van Haarlem wordt gekozen door de dienstdoende geestelijkheid en een aantal leken van het bisdom Haarlem, terwijl de bisschop van Deventer door de aartsbisschop in overleg met het kapittel, na de gehele geestelijkheid gehoord te hebben, wordt aangesteld.

De pastoors worden benoemd door de bisschop. In Nederland telt de Kerk 5 parochies en staties, ca. 12000 leden, drie bisschoppen. Andere landen. In Zwitserland werd E.Herzog *1841, ♰1924) in 1872 de leider en in 1876 bisschop an de Oud-Katholieke Kerk (Christkatholische Bewegung). De kerk omvat ca. 50000 leden, verdeeld over ca. 50 gemeenten. Op gelijke wijze vestigde en ontwikkelde zich de Oud-Katholieke kerk in Oostenrijk.

Hun eenheid vinden de verschillende nationale kerken in de internationale bisschoppenconferentie, waarvan de aartsbisschop van Utrecht voorzitter is, in de internationale congressen en in het in 1893 opgerichte Internationale Kirchliche Zeitschrift.

LITT. M.Kopp, Der Altkatholizismus in Deutschl. 1871-1912 (1913); B.A.van Kleef, Gesch. van de Sud-Katholieke Kerk van Nederland (1953); C.B. loss, The old catholic movement, its origins and [Story (1964); U.Küry, Die Altkatholische Kirche (1966).