Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

omstandigheid

betekenis & definitie

v.,

1. breedvoerigheid, uitvoerigheid: het was niet nodig geweest een zo onbeduidende zaak met zoveel te verhalen;
2. (-heden), iets dat een handeling, voorval of toestand vergezelt of ermee gepaard gaat; een aangelegenheid die in onmiddellijk verband daarmee staat: een of andere belette hen op tijd te zijn; het hangt van de omstandigheden af; een samenloop van omstandigheden; (recht) verzachtende of verzwarende -, een bijzonderheid met een gepleegd misdrijf gepaard gaand, en strekkend om de schuld of te verzachten of te verzwaren, ze kleiner of groter te maken;
3. gesteldheid van zaken waarin iemand zich bevindt; toestand waarin hij verkeert, zoals die door de loop van de gebeurtenissen bepaald is: je moet je in zijn omstandigheden verplaatsen; naar omstandigheden, de bijzondere toestand in aanmerking genomen: de zieke maakt het naar omstandigheden vrij goed; (min of meer pregn.) met de betekenis bijzondere, soms bepaalde ongunstige omstandigheden, in verb. als: wegens omstandigheden te koop; onder de druk der omstandigheden; (m.n.) met betrekking tot iemands geldelijk vermogen, altijd in het mv.: onze omstandigheden laten dat niet toe; in ruime, gunstige, ongunstige, bekrompen omstandigheden leven; met betrekking tot de toestand van een vrouw die zwanger is of in het kraambed ligt, meestal in het mv.: in gezegende omstandigheden zijn (verkeren);
4. (met betrekking tot handelingen, voorvallen of toestanden) de gesteldheid van zaken, waaronder zij plaatshebben of bestaan, de stand van zaken zoals die door de loop van de gebeurtenissen bepaald is: wat te doen in deze omstandigheden?; in de gegeven omstandigheden; het is altijd zaak naar de omstandigheden te oordelen.