[→Fr.], bn. en bw.,
1. erkend door of uitgaande van het bevoegd gezag, ambtelijk: officiële berichten; (bw.) van ambtswege: iets — meedelen, bekendmaken; een — blad, orgaan van de regering, staatscourant;
2. (oneig.) in alle vorm: zij zijn verloofd; vormelijk; officiële diners; een bezoek; (scherts.) een — gezicht zetten, zoals past bij een plechtige gelegenheid;
3. (fig.) volgens de gebruikelijke voorstelling, naar men voorgeeft: — is het daar altijd mooi weer;
4. (gew.) openbaar: onderwijs.