Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Noordse Oorlog

betekenis & definitie

naam voor verscheidene 16e18e-eeuwse oorlogen tussen Zweden en Denemarken en vaak nog andere Noordeuropese staten gevoerd, voornamelijk om de beheersing van de Oostzee.

DRIEKRONENOORLOG

(1563-70) (zo genoemd naar de aanspraak van de Deense koning op het recht de drie Zweedse kronen in zijn wapen te voeren). Deze Noordse Oorlog verliep tot 1568 in het nadeel der Zweden, die Älvsborg verloren, dat echter bij de niet ongunstige Vrede van Stettin (bemiddeld door de Duitse keizer) kon worden teruggekocht.

OORLOG VAN KALMAR (1611-13)

waarin de Denen deze stad innamen en Zweden, dat ook door Rusland en Polen werd aangevallen, Älvsborg opnieuw verloor, maar bij de Vrede van Knäred weer terugkreeg.

DEENS-ZWEEDSE OORLOG (1643-45)

waarbij Zweden, dat in de laatste fase van de Dertigjarige Oorlog tot grote machtsontplooiing was gekomen, Denemarken versloeg en de belangrijkste mogendheid aan de Oostzee werd.

ZWEEDS-POOLSE OORLOG (1655—60)

naar aanleiding van de aanspraak van de Poolse koning Jan II Kazimir op de Zweedse troon. Karel X Gustaaf drong Polen binnen en verbond zich met Brandenburg, dat bij het Verdrag van Labiau de soevereiniteit over Oost-Pruisen en Ermland ontving, waarop keizer Leopold l, Denemarken en, na Poolse beloften, ook Brandenburg zich met Polen tegen Zweden keerden. Karel X trok over het ijs naar Denemarken en dwong het tot gebiedsafstand (Vrede van Roskilde, 1658). Kort daarop hervatte hij de strijd, maar stuitte op hardnekkig verzet van het belegerde Kopenhagen, dat door de overwinning van een te hulp geschoten Hollandse vloot werd ontzet, terwijl de overige verbondenen Zweden uit Sleeswijk-Holstein verdreven. Toen daarbij Karel X plotseling stierf, werd de (dank zij Franse bemiddeling nog gunstige) Vrede van Oliva gesloten, met herstel van de grenzen van 1655. GROTE NOORDSE OORLOG (1700-21)

ontstond toen een verbond van Rusland met Saksen, Polen en Denemarken de Zweedse Oostzeeheerschappij bedreigde.

Denemarken, dat Holstein-Gottorp binnenviel, werd reeds in 1700 tot vrede gedwongen door de jonge Karel XII van Zweden, die in hetzelfde jaar ook een Russische overmacht bij Narva versloeg en na ontzet van het door de Saksen belegerde Riga in 1701 Polen binnendrong, waar hij August II de Sterke (tevens keurvorst van Saksen) afzette en Stanislaus Leszcynski tot koning deed kiezen (1704). Saksen moest zich hierbij neerleggen (Vrede van Altranstädt, 1706) en Karel XII wendde zich tegen Moskou. De kozakkenhetman Mazeppa overreedde hem echter eerst naar de Oekraïne te trekken, waar het Zweedse leger in 1709 bij Poltava werd vernietigd. Karel vluchtte naar Turkije, dat op zijn instigatie Rusland aanviel, maar in 1711 vrede sloot. In 1714 keerde Karel terug naar Zweden, dat inmiddels was aangevallen door Denemarken, Saksen, Pruisen en Hannover, terwijl de Russen de Oostzeeprovincies hadden bezet. Karel trachtte tevergeefs het belegerde Stralsund te ontzetten (1715), verloor een leger tegen de Denen in Noorwegen en sneuvelde bij een hernieuwde aanval in 1718.

De daaropvolgende vredesverdragen (1719 met de keurvorst van Hannover, sinds 1714 ook koning van Engeland, die Bremen en Verden verwierf; 1720 met Pruisen, dat een deel van Zweeds Pommeren annexeerde; met Denemarken, dat de Zweedse tolvrijheid in de Sont ophief; en in 1721 te Nystad met Rusland, dat de Baltische provincies en een deel van Karelië verkreeg) beëindigden Zwedens rol van grootste Oostzeemogendheid. Deze rol werd door Rusland overgenomen.

LITT. N.F.Noordam, De Republiek en de Noordse Oorlog, 1655 60 (1940); W.Mediger, Mecklemburg, Russland und England-Hannover, 1706—21 (2 dln. 1967); E.Opitz, Oesterreich und Brandenburg im schwedisch-polnischen Krieg, 1655-60 (1969).