Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Noordatlantische Verdragsorganisatie

betekenis & definitie

(NAVO;Engels: North Atlantic Treaty Organization, NATO; ook: Noordatlantisch Pact genoemd), politiek-militaire organisatie van de vijf mogendheden van de VWesteuropese Unie, alsmede Canada, Denemarken, Italië, Noorwegen, Portugal, Ijsland en de Verenigde Staten. Het verdrag werd op 4.4.1949 te Washington D.C. gesloten en trad op 24.8.1949 in werking.

Na de bekrachtiging van het protocol van 22.8.1951 traden op 18.2.1952 Griekenland en Turkije tot de NAVO toe. Na de bekrachtiging van het protocol van 23.8.1954 kon op 5.5.1955 de Duitse Bondsrepubliek toetreden, zulks als gevolg van het falen van de Europese Defensie Gemeenschap. Het verdrag omvat 14 artikelen, waarin de partijen af spreken alle internationale geschillen langs vreedzame weg te zullen beslechten en zich te onthouden van geweld of dreiging daarmee, op enigerlei wijze die onverenigbaar is met de doeleinden van de VN. In deze geest is het een regionaal verdrag als bedoeld in art. 51 van het Handvest der VN, dat spreekt over het volle collectieve recht op zelfverdediging. Partijen zullen hun individueel en collectief vermogen om een gewapende aanval te weerstaan handhaven en ontwikkelen, elkaar daarbij hulp verlenen en bij bedreiging van de onafhankelijkheid of veiligheid van één der partijen overleg plegen. Hoogste orgaan in de NAVO is de Noordatlantische Raad, die jaarlijks ten minste eenmaal vergadert op ministerieel niveau, wekelijks een aantal malen op het niveau der permanente vertegenwoordigers, ambassadeurs.

De Raad is belast met de oprichting van hulporganen, in het bijzonder een defensiecomité, en van comités of werkgroepen, o.m. het internationaal secretariaat, het opperste en ondergeschikte krijgsgezag en verscheidene burgerlijke en militaire agentschappen, b.v. de NICSO (Nato Integrated Communications System Organization). Voorzitter van de Raad is de secretaris-generaal van de NAVO. Deze functie werd achtereenvolgens bekleed door de Brit lord Ismay (1949—57), de Belg P.H.Spaak (1957—61), de Nederlander D.U.Stikker (1961-65) en de Italiaan M.Brosio (1965—71). Sedert 1971 is de Nederlander J.M.Luns secretarisgeneraal.In 1965 trok Frankrijk zich uit de militaire organisatie terug, waardoor een aantal organisatorische wijzigingen noodzakelijk werd (voor de gehele organisatie, zie schema). Sedert 1968 zijn de NAVO-landen doende om met de landen van het -VWarschaupact tot afspraken te komen aangaande de beperking van de resp. bewapeningen (ontwapening). Tegen het midden van de jaren zeventig deed zich binnen de NAVO een crisis voor, toen bleek dat in Frankrijk maar vooral in Italië de mogelijkheid leek te ontstaan van het dragen van regeringsverantwoordelijkheid, c.q. het steunen en/of gedogen van de regering door de communistische partij. Deze partijen verklaarden evenwel nadrukkelijk dat in het aangegeven geval de buitenlandse politiek van hun land geen verandering zou ondergaan.

In 1954 werd de Noordatlantische Vergadering opgericht, ten einde een leemte in het Noordatlantische Verdrag aan te vullen, dat geen plaats had ingeruimd voor een orgaan van parlementaire aard. Die vergadering is samengesteld uit parlementsleden van de 15 lid-staten van de NAVO. Deze leden worden gekozen uit hun respectieve parlementen. De vergadering komt eenmaal per jaar in voltallige zitting bijeen. Haar vijf commissies (politieke, militaire, economische, wetenschappelijke en technische, en die van opvoeding, culturele zaken en voorlichting) houden bovendien een speciale vergadering.

Het gebied waarvan België en Nederland deel uitmaken, ressorteert onder het opperbevel van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa, waarvan het algemeen hoofdkwartier, bekend onder de verkorte naam SHAPE (Supreme Headquarters Allied Powers in Europe), ingevolge een rechtstreekse regeling tussen de Belg. regering en SHAPE, ondertekend te Brussel op 12.5.1967, en goedgekeurd door de Belg. wet van 22.1.1970, gevestigd is te Casteau (Bergen), in België. De opperbevelhebber staat bekend onder de naam SACEUR (Supreme Allied Commander in Europe). Aan zijn gezag zijn ondergeschikt verscheidene hoofdkwartieren van geallieerde strijdkrachten, in Europa verspreid.

LITT. Lord Ismay, NATO, the first five years, 1949-54 (1955); NATO bibliography (verschijnt aangevuld periodiek, laatste ed. 1975), G.Lichtheim, Europe and America (1963); H.A.Kissinger, Troubled partnership: a reappraisal of the Atlantic alliance (1965); M.M.Ball, NATO and the European union movement (1974); J.E.Dougherty en D.K.Pfaltzgraff, Eurocommunism and the Atlantic Alliance (1977).