Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Nijl

betekenis & definitie

rivier in het noordoosten van Afrika, 6671 km (vanaf de bronnen van de Kagera). De bronrivier van de Nijl is de Kagera, die ontstaat uit verschillende op het bergland van Rwanda ontspringende rivieren en ook gevoed wordt door de meren in Rwanda en Boeroendi.

Na een zigzagloop eerst in noordelijke (waterval bij Kaseke), vervolgens in oostelijke richting, bereikt de Kagera bij Kabwera het Victoria Meer. Bij de Ripon Falls (drie watervallen) verlaat de rivier het meer en heet dan Nijl. In noordelijke richting stroomt deze door de moe rassen van het Kyoga en Kwanta Meer en met twee armen (de Kafoe, later Nkoessi, en de Victoria Nijl) naar het Mobutu Meer. Hier ontvangt de rivier water uit het gebied tussen Victoria Meer en Idi Amin Dada Meer (de Semliki). Na het Mobutu Meer heet de Nijl Bahr el Djebel. Tot Gondokoro stroomt de Nijl door een kloofvormig dal met stroomversnellingen, vervolgens door de Soedd (moerassen, lagunes) om zich in het Meer No te verenigen met de Bahr el Ghasal en de Sobat.

Na de vereniging met genoemde rivieren draagt de Nijl de naam van Witte Nijl of Bahr el Abiad. De Nijl stroomt nu door een breed dal en verenigt zich bij Kartoem met de Blauwe Nijl of Bahr el Azrak.De Blauwe Nijl ontstaat uit de Kleine Abbai uit het bergland van Godjam (Ethiopië), die in het Tana Meer (ca. 5000 km2) uitmondt. Door een kloofvormig dal verlaat de Blauwe Nijl het Tana Meer met een verval van ca. 1500 m over een lengte van 80 km. Na de Tisisat Falls stroomt de Blauwe Nijl door een ca. 1500 m diepe canon. In haar loop van het oosten naar het westen wordt de rivier niet breder, maar wel rijker aan slib (bij hoog water ca. 17 % vaste stoffen). In Soedan heeft de Blauwe Nijl een kalme loop en is van Roseires af bevaarbaar.

Na Kartoem neemt de Nijl alleen nog de uit Noord-Ethiopië komende Atbara op. Bij haar loop door de woestijn verliest de rivier, die met grote bochten in noordelijke richting stroomt, veel water door verdamping en door het gebruik voor irrigatiedoeleinden (Aswan). Van Aswan tot Kartoem heeft de Nijl zes cataracten. Beneden Cairo begint de delta. In de oudheid had de Nijl zeven armen, thans slechts twee: die van Rasjid of Rosette en die van Doemjat of Damiette, die rechtstreeks in de Middellandse Zee uitmonden. De overige takken lopen uit in de lagunen, die de kust van de delta omzomen.

Voor de waterstand is de regenval in de gebieden van de Witte en de Blauwe Nijl van betekenis. Van jan.—juni is de waterstand afhankelijk van die van de Witte Nijl. De was begint te Kartoem midden mei en te Aswan in juni. Van juli—sept. valt de meeste regen in het gebied van de Atbara en de Blauwe Nijl. De Blauwe Nijl voert dan per seconde ca. 100 000 m3 af en levert slib. Het water van de Witte Nijl en de Sobat wordt gekeerd en opgestuwd in de Soedd, bij het Meer No.

In sept. heeft de Nijl zijn hoogste waterstand (verschil tussen hoog en laag water gemiddeld 6 m). Na sept. daalt het peil van de Blauwe Nijl en komt het water uit de Soedd vrij. De Witte Nijl levert dan het meeste water (ca. 4200 m3/s). Het eigenlijke Nijldal is nergens breed. De afzetting van het slib op de bodem van de rivier bracht een ophoging mee, die ca. 10 cm per eeuw bedraagt. De Nijl is bevaarbaar, maar door de vele sluizen slechts voor kleine schepen.

Religieuze betekenis. De Nijl werd in het oude Egypte niet als god in een tempel vereerd. Wel werd de vruchtbaarheid van het overstromingswater in een bepaald soort goden met welgedane lichamen en hangende borsten voorgesteld. Voorzover er sprake is van een cultus, b.v. het brengen van offers, werd deze aan de Nijl zelf als rivier voltrokken. In later tijd werd iemand die in de Nijl was verdronken als god beschouwd, omdat hij het lot van de god Osiris had gedeeld. In de tijdrekening werd het begin van het jaar gesteld op de aanvang van de overstroming, een herhaling van het begin van de schepping.

In hellenistische tijd werd de Nijl voorgesteld als een gebaarde corpulente man van middelbare leeftijd in liggende houding omgeven door personificaties van de gouwen van Egypte en plantensymbolen, dus als vruchtbaarheidsgod en schepper van de vegetatie. Als partner had hij de Griekse aardgodin Ge of Gaia. In deze vorm werd hij in het gehele Romeinse Rijk vereerd.

LITT. B.H.Stricker, De overstroming van de Nijl (1956).