o. (-ten),
1. knoop- of strikwerk met mazen om vissen, vogels en andere dieren te vangen: netten breien, knopen, boeten, drogen; de netten uitgooien, uitzetten, spannen, ophalen; zij vingen zoveel vis dat hun net scheurde; (fig. zegsw.) achter het vissen, te laat komen, zijn kans verkeken hebben; in het net zijn, verschalkt zijn; iemand in zijn netten verstrikken, hem ‘vangen’; zijn netten drogen, ophouden met vissen, (ook) op zijn verhaal komen door ingetogenheid, b.v. na dronkenschap, na grote vermoeidheid;
2. weefsel voor andere doeleinden, b.v. als afscheiding: het achter de doelpalen (bij het voetvalspel); de bal in het slaan (bij het tennissen); als bedekking: het net over een luchtballon; in zakvorm: een net om boodschappen in te halen; zij draagt het haar in een netje; als bergplaats voor bagage in een treincoupé: leg je koffer in het net;
3. (bij vergelijking) samenstel van elkaar kruisende of snijdende lijnen, wegen enz.: een net van wegen en kanalen; een net van buizen; elektriciteits-, telefoon-, spoorwegnet; m.n. lichtnet; samenstel van vertakte vaten, aderen of zenuwen;
4. (wiskunde) een stelsel van krommen (in het platte vlak) of oppervlakken (in de ruimte) dat lineair afhangt van twee parameters;
5. (anatomie) darmscheil, vetrijk vlies (Omentum majus) dat voor de dunne darm hangt, een voortzetting van de bekleding van de maag: het kleine net, een voortzetting van het buitenste overtreksel van maag en lever.
WISKUNDE
Een net is bepaald door een vergelijking met twee onbepaalde coëfficiënten die er lineair in voorkomen. B.v. alle cirkels die door een gegeven punt gaan vormen een net. Neemt men het gegeven punt als oorsprong O van een rechthoekig coördinatenstelsel xOy en zijn M(a,b) het middelpunt en r de straal van een veranderlijke cirkel door punt O, dan is de vergelijking van deze cirkel (x af)2+ (y - b)2 = r2, waarbij r2 = a2 + b2, zodat de vergelijking wordt x2 + y2 - 2ax 2by = 0. Dit is de vergelijking van een net met parameters a en b. zie cirkelnet.
