o., beweging die regeling van het kindertal door voorbehoedmiddelen (antiof contraceptiva) bij de geslachtsgemeenschap propageerde.
De opkomst van het neomalthusianisme hangt samen met bevolkingsvraagstukken en de moeilijke economische ontwikkeling. Al bleek de theorie van R.Malthus niet in haar algemeenheid houdbaar, wel werd duidelijk dat zij een tijdelijke geldigheid bezit voor bepaalde cultuurperioden. Naast de vrees voor overbevolking spelen bij de geboortenregeling medische, sociaal-economische, persoonlijke en eugenetische motieven een rol. Beval Malthus als middel tegen de overbevolking onthouding aan, het neomalthusianisme propageerde het gebruik van anticonceptie, later ook periodieke onthouding. In 1822 lanceerde Francis Place de anticonceptie in Engeland, maar pas in 1877 kwam het daar tot de oprichting van de Malthusian League. Het neomalthusianisme vond verbreiding op het continent (vooral Duitsland, Nederland, Zweden).
Voorvechters in Engeland waren John Stuart Mill, Charles Drysdale, Bradlaugh en A.Besant, in Nederland o.a. A.Jacobs, J.Rutgers en H.Oerlemans.
Het neomalthusianisme werd fel bestreden: van protestants-christelijke en vooral van rooms-katholieke zijde nam men scherp stelling. Men huldigde de opvatting dat het huwelijk gericht moet zijn op de voortbrenging van kinderen. Steeds meer won echter de gedachte veld dat het een recht, zo niet de plicht van ieder echtpaar is om zelf te bepalen of, wanneer en hoeveel kinderen het wenst; dat ieder kind dat geboren wordt, welkom moet kunnen zijn en dat geboortenregeling een van de voornaamste bestrijdingsmiddelen is van de door ondeskundigen uitgevoerde abortus provocatus, die in die tijd zeer verbreid was en vele slachtoffers eiste. Van protestants-christelijke zijde werd na de Tweede Wereldoorlog het oude standpunt nagenoeg geheel herzien, terwijl men ook in rooms-katholieke kringen geboortenregeling als een waardevol middel tot een menswaardig bestaan ging zien, waarbij de Kerk evenwel uitsluitend (periodieke) onthouding toestaat.
In Nederland werd in 1881 de Nieuw-Malthusiaanse Bond (NMB) opgericht. Oorspronkelijk bepaalde de NMB zich tot geboortenbeperking, later propageerde men de bewuste geboortenregeling, waarbij de ouders gewezen werd op hun verantwoordelijkheid tegenover elkaar, hun kinderen en de gemeenschap. Sinds 1931 ging de NMB over tot het oprichten van klinieken (onder auspiciën van een afzonderlijke stichting). Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gehele werk door de Duitse bezetting stopgezet. In 1946 werd opgericht de Ned. Vereniging voor Sexuele Hervorming (NVSH), waarnaast de stichting bleef bestaan.
In België heeft het georganiseerde neomalthusianisme geen ingang gevonden. Pas na de Tweede Wereldoorlog ontstonden in enkele Belg. steden centra voor gezinsplanning en seksuele opvoeding.