Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel

betekenis & definitie

Ned. vereniging, opgericht in 1777 als Oeconomische Tak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, Haarlem, met als doel een keer te brengen in het voortschrijdend verval van Hollands welvaart. In de loop van haar bestaan heeft de Maatschappij zich ook meer positief kunnen richten op de bevordering van de welvaart, waaronder zowel bloei van nijverheid en handel als verbetering van de sociale verhoudingen (beperking van kinderarbeid) was begrepen.

De Maatschappij heeft zich tevens intensief beziggehouden met de landbouw, ontginningen, zeevaart en ontwikkeling van techniek en natuurwetenschappen. Door de uitgave van haar Fabrieksstaat (1859) deed de Maatschappij als eerste een nijverheidsstatistiek het licht zien. De Maatschappij bestaat sedert haar oprichting uit een hoofdbestuur met een algemeen secretariaat (Haarlem) en 40 afdelingen (departementen), over het gehele land verspreid. Door deze organisatievorm brengt de Maatschappij vooral de plaatselijke gemeenschap naar voren en worden persoonlijke contacten bevorderd. Het aantal leden bedraagt (1978) ca. 9000 bedrijfs-en persoonlijke leden uit de kringen van bedrijfsleven, zelfstandige beroepen, overheid en wetenschap. Het geeft het maandblad Maatschappij Belangen uit.

De Maatschappij heeft vele initiatieven ontwikkeld dan wel mede ondersteund. Hierbij behoren o.a. de oprichting van het Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam (1871), Museum voor Kunstnijverheid te Haarlem (1877), Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam (1903), Hoofdcommissie voor de Normalisatie in Nederland, later Stichting Ned. Normalisatie-Instituut, in samenwerking met het Koninklijk Instituut van Ingenieurs te ’s-Gravenhage (1916), het Veiligheidsinstituut (Veiligheidsmuseum) te Amsterdam, Nederlands instituut voor Nijverheid en Techniek, Stichting Havenbelangen te Rotterdam, diverse scholen en opleidingen.

LITT: J.Bierens de Haan, Van Oeconomische Tak tot Ned. Maatschappij van Nijverheid en Handel (1952); J.A.van Lanschot Hubrecht, Tweehonderd jaar gesch. van de Maatschappij, 1777-1977 (in: J. H.van Stuijvenberg (red.), De econ. gesch. van Nederland, 1977).

< >