Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

natuurlijke selectie

betekenis & definitie

begrip uit de ecologie en de populatiegenetica voor het verschil in (over)levenskans en vruchtbaarheid tussen individuen met verschillend uiterlijk (fenotype) als gevolg van verschil in erfelijke aanpassing aan het milieu.

Het begrip natuurlijke selectie is geïntroduceerd door C.Darwin. Zijn overwegingen kunnen als volgt worden weergegeven.

1. Het aantal nakomelingen dat levende wezens kunnen hebben is zo groot, dat elke populatie tot een oneindig aantal individuen zou kunnen groeien.
2. Men neemt echter waar dat populaties in de natuur ongeveer gelijk van aantal blijven.
3. Een groot deel van de nakomelingen schijnt dus jong te sterven.
4. Individuen vertonen variaties in de graad van aanpassing aan hun milieu.
5. Beter aangepaste individuen hebben een grotere kans om te overleven en zullen dus gemiddeld meer nakomelingen hebben dan de minder aangepaste individuen in de populatie.
6. Als de graad van aanpassing erfelijk is, zullen de nakomelingen van goed aangepaste individuen ook goed aangepast zijn en weer relatief meer nakomelingen hebben.
7. De populatie zal dan op den duur alleen uit goed aangepaste individuen bestaan.

Darwin betoogt verder dat dit proces van aanpassing aan het milieu door natuurlijke selectie tot soortvorming kan leiden. Bekende voorbeelden van natuurlijke selectie zijn industrieel melanisme en sikkelcelanemie. Het mechanisme van de natuurlijke selectie is vaak omschreven als ‘the survival of the fittest’.


Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis?Word vriend van Ensie en ontvang een gratis encyclopedie!