Paul, Duits filosoof, *24.1.1854 Düsseldorf, ♱17.8.1924 Marburg aan de Lahn. Natorp studeerde te Berlijn, Bonn en Straatsburg.
In 1881 werd hij privaatdocent en in 1885 hoogleraar te Marburg. Hij was een leerling van H.Cohen, met wie hij de Marburgse School leidde. Natorps filosoferen begon met een kritiek op het materialisme. Onder invloed van F. A.Lange en vooral Cohen ontstond zijn neokantianisme, waarbij hij het standpunt inneemt dat het bewustzijn voorrang krijgt op het zijn, en dat het kennen berust op het denken.In het voetspoor van Kant ontwikkelde Natorp een kritisch-methodologische fundering van wetenschap, moraal, kunst enz. Een belangrijk deel van zijn omvangrijke oeuvre is gewijd aan de relatie van logische en psychologische grondslagen van de geschiedenis van menselijke kennis.
Natorps blijvende betekenis ligt echter vooral in het feit, dat hij het neokantianisme een wending gaf naar de praktische filosofie (ethiek, sociale filosofie, sociale pedagogiek, psychologie). Onder invloed van de Eerste Wereldoorlog schreef Natorp een aantal werken voor een groot publiek (1918-21). Werken: Sozialpädagogik (1899), Platons Ideenlehre (1902; bew. 2e dr. 1921), Die logischen Grundlagen der exakten Wissenschaften (1910), Philosophie, ihr Problem und ihre Probleme (1911), Allgemeine Psychologie nach kritischer Methode (1912). Uitgaven: Vorlesungen über praktische Philosophie, door H.Natorp (1925), Philosophische Systematik, door H.Natorp (1958; met voorwoord door H.G.Gadamer: Die philos. Bedeutung P.Natorps).
LITT. J.Rühlof, P.Natorps Grundlegung der Pädagogik (1966).