Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

motor

betekenis & definitie

[Lat., beweger], m. (-en, -s),

1. machine bedoeld om iets aan te drijven ; bij sommige auto’s zit de motor achterin;
2. (fig.) drijvende, stuwende kracht: de chemische industrie is de belangrijkste motor van de economische ontwikkeling; ook wel in toepassing op het hart;
3. motorrijwiel.

Een motor zet enigerlei vorm van energie om in mechanische energie, vaak door middel van een rotatie van de aandrijfas, maar bij b.v. de straalmotor en de lineaire motor door middel van een rechtlijnige beweging. Zeer uiteenlopende soorten energie kunnen worden gebruikt: chemische energie van fossiele brandstoffen, elektrische energie, hydraulische energie, lichtenergie, de spanning van een veer, stromingsenergie van water of lucht enz. De oudste motor, het waterrad (ca.1000 v.C.) gebruikte de energie van stromend water; later werd ook de windenergie gebruikt (windmolen); de stoommachine maakte voor het eerst gebruik van chemische energie (eind 18e eeuw).

Enkele motorsoorten die elders uitvoeriger aan de orde komen zijn: benzinemotor, dieselmotor, drukluchtmotor, elektromotor, gasturbine, heteluchtmotor, hydromotor, lineaire motor, stoommachine, straalmotor, verbrandingsmotor, waterturbine, windmolen.