Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

middelpunt

betekenis & definitie

o. (-en), centrum,

1. punt waarin alle lijnen die erdoor gaan middendoor gedeeld worden; in cirkel of bol het punt waarvan alle punten op de omtrek evenver verwijderd zijn;
2. (mechanica) plaats waar de richting van de resultante van evenwijdige krachten de verbindingslijn van de aangrijpingspunten snijdt;
3. het middelste deel, het midden van iets: het of hart van een wapenschild;
4. plaats vanwaar alle beweging van een bepaald soort uitgaat, resp. waar zij samenkomt, belangrijke, centrale plaats: middelpunten van verkeer, van beschaving;
5. persoon om wie alles draait, hoofdpersoon.

MECHANICA

Het middelpunt van twee evenwijdige krachten F1 en F2, aangrijpend in de punten A en B, is het punt M waar de lijn die A met B verbindt wordt gesneden door de lijn waarlangs de resultante der beide krachten werkt. Bij gelijkgerichte krachten ligt het middelpunt tussen A en B; bij tegengesteld gerichte krachten ligt het op het verlengde van het stuk AB, aan de kant van de grootste kracht. Zijn in dit laatste geval de krachten even groot, dan hebben zij geen middelpunt, maar vormen een koppel. De afstanden van het middelpunt tot A en B zijn omgekeerd evenredig met de krachten, zodat F1 x AM = F2 x MB. Bij drie evenwijdige krachten bepaalt men eerst de resultante van twee ervan, aangrijpend in hun middelpunt. Daarna stelt men deze resultante samen met de derde kracht; het aldus uiteindelijk gevonden middelpunt is onafhankelijk van de volgorde waarin men de krachten combineert. Hetzelfde geldt voor het middelpunt van een willekeurig aantal evenwijdige krachten.

Wanneer de evenwijdige krachten, bij vastblijvende aangrijpingspunten, over een gelijke hoek gedraaid worden zodat ze steeds evenwijdig blijven, verandert het middelpunt niet. Toepassing: in het zwaartekrachtsveld werkt op ieder punt met massa m een kracht F = mg. In een stelsel van dergelijke punten, een lichaam, zijn al deze krachten evenwijdig en kunnen herleid worden tot één resultante aangrijpend in het zwaartepunt. De ligging van dit zwaartepunt is niet afhankelijk van de relatieve oriëntatie van het lichaam in de ruimte, kracht.

WISKUNDE

Krommen van de tweede graad (ellips enz.) hebben een middelpunt, zij het dat het middelpunt van een parabool gelegen is in het oneindige op de as. Krommen van een hogere graad bezitten in het algemeen geen middelpunt. Ook oppervlakken van een hogere graad dan twee bezitten meestal geen middelpunt.