Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Maria

betekenis & definitie

in het NT de vrouw van Jozef en de moeder van Jezus, uit de stam Juda en het huis van David, bloedverwante van Elisabeth. Volgens de sobere berichtgeving uit de evangeliën was Maria verloofd met Jozef, toen zij te Nazareth door de engel Gabriël werd bezocht, die haar de maagdelijke geboorte van Jezus, zoon van de Allerhoogste, aankondigde.

Wegens een door keizer Augustus uitgeschreven volkstelling ging zij met Jozef naar Bethlehem, waar zij haar zoon ter wereld bracht. Omdat koning Herodes de Grote het kind zocht te doden, vluchtten zij naar Egypte. Na Herodes’ dood keerden zij terug naar Nazareth, waar Jezus opgroeide. Verder wordt Maria vermeld bij de bruiloft te Kana, waar Jezus op haar verzoek zijn eerste wonder verrichtte, en onder het kruis op Golgotha, waar Jezus haar aan zijn leerling Johannes toevertrouwde. Met de apostelen wachtte zij te Jeruzalem op de beloofde Heilige Geest. Volgens de traditie zou Maria Johannes gevolgd zijn naar Efese, waar zij gestorven is. mariologie, Mariaverering, Heilige Familie.

LITT. H.Asmussen, Maria (1950); M.Warner, Alone of her sex. The myth and cult of the virgin Mary (1976).

ICONOGRAFIE

Na afbeeldingen van Christus vormen de Mariabeelden het belangrijkste thema in de christelijke iconografie. De oudste voorstelling is een fresco in de catacombe van Priscilla te Rome, waarop de profeet Jesaja haar wijst op een ster (begin 2e eeuw). Pas in de tijd van keizer Constantijn de Grote (306—337) komen voor het eerst voorstellingen voor waarop Maria alleen is afgebeeld, hetzij als orante, met biddend omhooggeheven handen of, zoals later vaak het geval was, als theotokos, Moeder Gods, met het Kind in de armen of op schoot. In het Westen werden de Maria-afbeeldingen pas in de middeleeuwen veel talrijker. Zij waren geïnspireerd op de Byzantijnse religieuze kunst, die in stijl aansloot op de oudchristelijke.

Het Moeder-Godsbeeld bleef ook in het Westen dominerend. Maria werd op een verheven wijze voorgesteld, zonder menselijk sentiment, als een Oudgriekse of -romeinse moedergodin. Sinds de gotiek overheerste de madonna (Ital. mia donna, mijn vrouwe). Thema’s waarin de figuur van Maria wordt uitgebeeld, zijn: haar geboorte, tempelgang, huwelijk, de annunciatie, het kerstgebeuren, de smart bij het kruis (mater dolorosa), de pietà, haar dood (dormitio), begrafenis, ten-hemel-opneming en haar kroning in de hemel.

LITT. A.Stubbe, De madonna in de kunst (1959); G.A.Wellen, Theotokos (1960); N.Mitropulos, Marien-Ikonen (1964); P.Becker, Das Bild der Madonna. Skulpturen von der Romantik bis zum Barock (1965); E.G.Grimme, Unsere Liebe Frau. Das Bild Mariens in der Malerei des Mittelalters und der Frührenaissance (1968).