(Ned.: Molukkeh), Indonesische prov. en eilandengroep tussen Sulawesi en Irian Jaya, 83675 km2, 1,2 mln. inw. Maluku is verdeeld in Noord-Maluku (Halmahera en de eilanden ten westen ervan) en Zuid-Maluku (Banda, Ambon, Buru, Seram, de eilandengroep van Aru, Tanimbar en Wetar).
Hoofdstad: Ambon. De eilanden zijn zeer bergachtig en bebost en gelegen aan de rand van de Banda Zee. Het gebied kent zeer veel aardbevingen. De regenval is groot (Ambon 3500 mm/jaar). Landbouw en visserij zijn de bestaansmiddelen. Naast voedingsgewassen als rijst, maïs en sago worden specerijen en kopra geteeld.
Halmahera en Seram leveren veel sago, Banda muskaatnoten en foelie, Ambon kruidnagelen. De bevolking is etnisch zeer verschillend en spreekt verschillende talen. Door de specerijenhandel is de kustbevolking sterk gemengd. Op de eilanden van Zuid-Maluku zijn velen christen, op de andere eilanden overheerst de islam.
