Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Malebranche, Nicolas

betekenis & definitie

Frans filosoof, geb. 6.8.1638 Parijs, overl. 13.10.1715 Parijs. Na zijn studies werd Malebranche in 1660 lid van de oratorianen en in 1664 priester.

Onder invloed van Descartes (Traité de l’homme) ging hij van de scholastiek over op een subjectivistisch rationalisme. Hij meende dat de zintuigelijk waarneembare kwaliteiten niet onafhankelijk zijn van het denken. Op twee wijzen week Malebranche grondig af van het cartesianisme.

1. Hij ontkende elke wisselwerking tussen bewustzijn en lichaam. Het bewustzijn of de wil is niet de oorzaak van gedragingen en lichamelijke reacties. De wil om b.v. mijn arm op te heffen, kan dit gebaar niet veroorzaken. Het is echter een aanleiding (occasion) voor de opperste en uiteindelijk enige oorzaak (God) om dit gebaar in mijn lichaam te verwerkelijken.
2. Malebranche bracht ook belangrijke wijzigingen aan in de cartesiaanse leer van de ingeboren begrippen. Klare en duidelijke begrippen zijn niet oorspronkelijk in de menselijke geest geprent. Zij bestaan slechts in de goddelijke geest, waaraan de mens door intuïtie deel kan hebben. De mens ziet alles in God (vision en Dieu). Dit ontologisme van Malebranche is eerder visionair dan mystiek. Zijn werken werden op de Index geplaatst, hoewel hij christelijk dacht en heel zijn denkbeeld op God richtte. Hij hanteerde graag de dialoog als methodiek, o.a. in zijn belangrijkste discussie met de cartesiaan Arnauld.

Werken: Recherche de la vérité (1674), Traité de la nature et de la grâce (1680), Méditations chrétiennes et métaphysiques (1683), Entretiens sur la métaphysique et la religion (1688), Recueil de toutes les réponses du père Malebranche à M.Arnauld (1709). Uitgave: Oeuvres complètes, door D.Roustan en P.Schreeker (20 dln. 1967 vlg.).

LITT. Y.de Montcheuil, Malebranche et le quiétisme (1946); H.Gouhier, La philos. de Malebranche et son expérience religieuse (1948); M.Guéroult, Malebranche (3 dln. 1955—59); E.Callot, Problèmes du cartésianisme: Descartes, Malebranche, Spinoza (1956); A.Robinet, Malebranche (1967); D.Connell, The vision in God (1967).