v./m.,
1. sociologie;
2. leervak waarin het functioneren van de maatschappij uiteengezet wordt.
Maatschappijleer is in de Ned. Mammoetwet verplicht gesteld voor alle scholen voor voortgezet onderwijs. Het is de bedoeling, dat daardoor alle jonge mensen van 12-18 jaar begrip krijgen voor de huidige maatschappij, dat hun belangstelling ervoor wordt gewekt en dat de behoefte om als democratisch burger mee te werken, ontstaat (sociale en politieke vorming). Velen zijn overtuigd dat daartoe niet met het meedelen van kennis kan worden volstaan; in het schoolleven zelf dient men de democratie te realiseren. Er is een uitgebreide litteratuur over dit vak ontstaan. Een Commissie Modernisering Leerplan Maatschappijleer, in 1970 ingesteld, kwam in 1975 met een raamleerplan, in 1976 gevolgd door een ander plan van een Kerngroep Maatschappijleer uit deze commissie.
LITT. Maatschappijleer op orde (1976);T.Athmer van Kallen, Maatschappijleer: een open boek (2e dr. 1977).
