Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Maatschappij van Weldadigheid

betekenis & definitie

door Johannes van den Bosch in 1818 in het leven geroepen. Ned. fundatie, die zich ten doel stelde om mensen en gronden, tot dusverre vruchteloos, te herscheppen in bruikbare mensen en vruchtdragende akkers.

Het is de oudste vorm van werkverschaffing door middel van landontginning. Men hoopte hierdoor de armoede in Nederland, die begin 19e eeuw zeer groot was, niet alleen te bestrijden, maar zelfs geheel uit te roeien. Tot dit doel werden in de noordelijke gewesten landbouwkolonies ingericht (Frederiks-, Willems-, Wilhelminaoord, Ommerschans, Veenhuizen). Daarheen werden bedelaars, landlopers, oud-strijders, vondelingen en wezen gedirigeerd, veelal afkomstig uit de steden. Dit geschiedde met hun medewerking of onder dwang. De Maatschappij van Weldadigheid kreeg met steeds grotere financiële moeilijkheden te kampen en moest tenslotte worden opgeheven. In 1859 werden Ommerschans en Veenhuizen door de regering overgenomen om te dienen als rijkswerkinrichting.

LITT. J.J.Westendorp Boerma, Een geestdriftig Nederlander: J.v.d.Bosch (1950); B.T.Kleine Staarman, Wrakhout, mensen in nood (1960).