Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lucht

betekenis & definitie

v./m. (-en),

1. het gasmengsel dat de atmosfeer van de aarde vormt: warme, koude, gematigde lucht; polaire lucht; verse, bedorven lucht inademen; de toevoer van lucht afsnijden;
2. de dampkring in tegenst. tot de aarde: de vogel vliegt in de lucht; de toren verheft zich hoog in de lucht; de lucht lucht klieven, vliegen; een gat in de slaan lucht (van blijdschap), een heftige beweging maken, opspringen van blijdschap; iets in de lucht laten vliegen, het door middel van ontplofbare stoffen uit elkaar doen springen, opblazen; in de vliegen, exploderen; verwensing: je kunt voor mijn part in de lucht vliegen!; met de benen in de lucht in de hoogte; in de lucht zweven, ook fig., boven het alledaagse verheven zijn; dat hangt in de lucht, is geheel ongefundeerd; die bewering is uit de lucht gegrepen, kan niet worden hard gemaakt; (gew.) uit de lucht grijpen, verbaasd zijn (of doen), van niets weten; uit de lucht komen vallen, eensklaps komen opdagen; die ziekte zit in de lucht, iedereen bijna lijdt eraan; dat zit tegenwoordig in de luchten, iedereen spreekt ervan, handelt ernaar; er is geen vuiltje aan de lucht, er is niets aan de hand;
3. de dampkring op een bepaalde plaats of in een bepaalde ruimte luchten; atmosfeer: het ontsmetten van de in ziekenzalen; een verpeste lucht; verandering van lucht; (zegsw.) van de lucht kan men niet leven, men moet werken om te kunnen leven;
4. hoeveelheid lucht die men inademt, adem: lucht krijgen, scheppen; ook fig.: een gevoel van bevrijding (opluchting) krijgen; (fig.) lucht aan zijn gemoed, aan een gevoel, een overtuiging geven, er uiting aan geven;
5. m.n. buitenlucht, lucht buitenshuis: hij komt niet genoeg in de frisse lucht; in de open lucht, onder de vrije hemel;
6. hemel, hemelgewelf, uitspansel: een betrokken, bewolkte, heldere lucht; de lucht betrekt, klaart op; er is een mooie lucht met sterren; ook de uitbeelding daarvan in de schilderkunst: de lucht van Ruysdael; het onweer is niet van de lucht, het onweer blijft aanhouden, (ook) het onweert telkens; (fig.) het ene (ongeluk) hebben we nog niet gehad, of het andere komt weer; er is geen wolkje aan de lucht, de toestand is zo best als men maar wensen kan; de lucht is daar niet klaar, het is daar niet pluis, niet veilig;
7. verzameling van wolken, bui: er komt een lelijke lucht opzetten;
8. (de genoemde stof als) iets ijls, duns, nietigs: dat is als lucht; doen alsof iemand lucht is, alsof hij niet bestaat, hem negeren;
9. (techniek) ruimte waar lucht in of door kan;
10. (metonymisch dicht.) gewest, streek;
11. reuk, geur: hij heeft altijd zo`n eigenaardige lucht bij zich; een akelige lucht; vooral de voor honden waarneembare geur van dieren en zaken: de honden kregen de lucht van het wild; een speurhond geven; (fig.) de lucht van iets krijgen, het beginnen te merken of op het spoor komen;
12. (wijnhandel) gas dat zich ontwikkelt door de verbranding van gezwavelde repen: een vat met luchtbederfwerend maken voordat men er wijn in doet.

Lucht zoals die in de atmosfeer wordt aangetroffen, bestaat uit ca. 80 % stikstof, ca. 20 % zuurstof, ca. 1 % edele gassen, ca. 0,03 % kooldioxide, wat waterdamp, sporen van ozon, ammoniak, zwaveldioxide en stikstofdioxide.

Droge lucht is lucht die ontdaan is van water(damp). Zij bestaat meestal uit 78 % stikstof, 21 % zuurstof, 1 % argon, 0,03 % kooldioxide, 15 cm3/m3 neon, 5 cm3/m3 helium en 0,05 cm3/m3 xenon. Eigenschappen bij 0 °C en 760 mmHg (ca. 0,1013 N/mm2): dichtheid 1,2934 kg/m3, warmtegeleidingscoëfficiënt (A) 25,34 mW/(m-K) (6,05 x 10-6 kcal/(m-s-°C)), soortelijke warmte bij constante druk (cp) 1,009 J/(kg-K) (0,241 cal/(g-°C)). Beneden de kritische temperatuur van lucht, -141 °C, wordt lucht door afkoeling en samenpersing vloeibaar. De toepassing van lucht vindt vooral plaats in de pneumatische techniek (compressors, ventilators, blaaswerktuigen, vacuümpompen e.d.), en in de oventechniek.

Vloeibare lucht. De vervaardiging van vloeibare lucht neemt voortdurend toe. Verreweg de grootste hoeveelheden worden direct na de bereiding weer gedestilleerd en gefractioneerd en daardoor in de samenstellende delen gescheiden. De zuurstof wordt b.v. voor het frissen van gietijzer gebruikt; zuurstof en stikstof voor de bereiding van NH3; zuurstof voor het autogeen lassen en snijden en in andere zuurstofbranders (oxy-acetyleenbrander, knalgasbrander); zuurstof voor het bereiden van watergas (H2-bron); N2 voor CaCN

2. Edelgassen worden uit gekoelde lucht met vloeibare lucht uitgewassen en zo geconcentreerd. Daarnaast wordt vloeibare lucht nog in kleine hoeveelheden gebruikt, hetzij voor zeer drastische afkoeling (b.v. in laboratoria), in de hoog-vacuümtechniek of voor ontploffingsdoeleinden.

Vloeibare lucht kan in gewoon vaatwerk niet lang bewaard worden, daar zij door de sterke warmteaanvoer van buiten heftig gaat koken en spoedig verdampt. Zij wordt daarom bewaard en verzonden in open dubbelwandige, verzilverde vaten, waarvan de holle wand geëvacueerd is, de zgn. dewarvaten.