Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

loterij

betekenis & definitie

v. (-en), gelegenheid om door middel van verkrijgbaar (meestal te koop) gestelde bewijzen van deelneming mee te dingen naar prijzen of premies in geld of goed, waarbij de winnaars door het lot of een andere kansbepaling waarop zij geen overwegende invloed kunnen uitoefenen worden aangewezen, m.n. verloting onder staatstoezicht: in de spelen, eraan deelnemen; (fig.) het is een het hangt geheel van het toeval af, men kan met geen enkele zekerheid de uitkomst bepalen; prijsvragen zijn vaak een verkapte loterij.

Het trekken van loten was, evenals het werpen van dobbelstenen en andere hazardspelen, oorspronkelijk bedoeld om in moeilijke zaken een godsoordeel te verkrijgen. Tegenwoordig wordt deze methode nog gehanteerd om te komen tot een onpartijdige beslissing, b.v. inzake vrijstelling van militaire dienst of toelating tot een bepaalde studierichting.

De loterij als spel om prijzen was reeds bekend bij de Romeinen. De overheid heeft zich al vroeg van loterijen bediend om gelden in te zamelen, meestal voor militaire of charitatieve doeleinden. De eerste overheidsloterij in de Nederlanden dateert van 1444. De Ned. term werd later in verscheidene talen overgenomen. De klassenloterij, waarbij een bepaald aantal loten en prijzen in series of klassen verdeeld wordt en de trekking per klasse plaatsvindt, blijkt van Ned. oorsprong te zijn. In de middeleeuwen werd ter gelegenheid van de trekking soms een gezongen mis opgedragen.

In de 16e-17e eeuw was het de gewoonte op zijn loterijbriefje of in het loterij register een toepasselijke spreuk of proos te schrijven, die bij de trekking onder hilariteit werd voorgelezen door de prooslezer.

Lotto

In Nederland was de loterij geregeld in de Loterijwet van 6.6.1905, vervallen bij de inwerkingtreding van de Wet op de Kansspelen van 10.12.1964 (kansspel).

In België worden de aan het publiek voorgestelde verrichtingen om door middel van het lot een winst te verschaffen, door de wet als loterij beschouwd en strafbaar gesteld indien zij niet wettelijk worden toegelaten (artt. 301-308 WStr). De wet van 31. 12.1851, gewijzigd bij deze van 30.12.1967, regelt het organiseren van loterijen waarbij het principe gesteld wordt dat een machtiging vereist is, naar gelang van het geval, van de uitvoerende macht van de staat, de provincie of de gemeente. De nationale loterij valt onder de wet van 6.7.1964 en is geregeld bij diverse KBs. lotto.

LITT. A.G.Fokker, Geschiedenis der loterijen in de Nederlanden (1862).