Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Londen

betekenis & definitie

(Eng.: London), hoofdstad van GrootBrittannië, aan de Theems, 1870 km2, 7,11 mln. inw. Londen is de koninklijke residentie, regeringscentrum, zetel van het parlement, residentie van de anglicaanse aartsbisschop van Canterbury en zetel van een anglicaanse en van een rooms-katholieke bisschop.

Het is een wereldhaven, handelsen beurscentrum en tevens cultureel middelpunt.

BEVOLKING

Londen is in oppervlak de grootste stad ter wereld. Het vormt met 32 boroughs de metropolitan county Greater London (Groot-Londen). De bevolkingstoename werd vooral veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de opkomende industrie. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen immigranten uit West-Indië, Afrika, India en Pakistan naar de Engelse hoofdstad toe. Om de bevolkingsdruk te verminderen werden rond het centrum en de reeds bestaande voorsteden new towns gebouwd.

De tabel laat een migratie zien vanuit de City via de inner London boroughs naar de outer ring. Door vestiging buiten Groot-Londen nam na 1950 het aantal inwoners af. STADSBEELD. Het oudste deel van Londen wordt gevormd door de City, the square mile, begrensd door de lijn Tower-Aldgate-Bishopsgate-Newgate-Blackfriars Bridge-Tower. De kern ervan wordt gevormd door het plein dat omsloten is door het Mansion House (gebouwd in 1739—53; woning van de Lord Mayor, de burgemeester), de Bank of England (18e eeuw) en de Royal Exchange (beurs; 1842-44). Vanuit deze kern lopen straalsgewijs de hoofdstraten van de City, o.a. naar de Tower. Aan de westrand van de City bevindt zich Saint Pauls Cathedral (gebouwd in 1675) met Saint Paul`s Church Yard, eertijds het middelpunt van de lakenhandel.

Ten westen van de City ligt de City of Westminster. De grote verkeersweg die de City of London en de City of Westminster verbindt is Fleet Street en zijn verlengde, de Strand. Aan het uiteinde van de Strand ligt Trafalgar Square (standbeeld van Nelson, National Gallery, National Portrait Gallery). De westrand van de City of Westminster wordt ingenomen door parken, o.a. Hyde Park (1,5 Londen, Green Park en Saint James Park. De beide laatste parken grenzen aan Buckingham Palace met Palace Gardens (gedeeltelijk 18e, gedeeltelijk 19e eeuw, sinds 1761 koninklijk paleis). Tussen Green Park en Hyde Park bevindt zich de wijk Mayfair, het woonkwartier van de adel en de zetel van verschillende clubs. Tussen Saint James Park en de Theems staan de verschillende regeringsgebouwen. Aan en bij de Theemsoever staan de Tate Gallery en de parlementsgebouwen (New Palace of Westminster, gebouwd van 1840-50, drie torens: Clock Tower met Big Ben, Central Tower en Victoria Tower, alle ca. 90 m hoog), waartoe ook behoort Westminster Hall, de rest van het vroegere paleis (14e eeuw). Door de Old Palace Yard worden deze gebouwen gescheiden van Westminster Abbey (13e eeuw).

De kruisgang dagtekent van de 13e-15e eeuw. Aan de zuidwestkant van Green Park en Palace Gardens ligt de wijk Belgravia, een woonkwartier van de aanzienlijken, waar verschillende consulaten gevestigd zijn. Verder zijn er de rooms-katholieke Westminster Cathedral (1903; opgetrokken in vroegchristelijke byzantijnse stijl) en de Royal Horticultural Hall (1904). Bij Piccadilly, dat deel uitmaakt van het chique woonkwartier, bevindt zich Burlington House (zetel van o.a. de Royal Society, Royal Academy of Arts, British Academy). In en om Bond Street bevinden zich vele luxewinkels (juwelen, leder, haute-couture). Ten westen van de City of Westminster liggen Kensington en Chelsea, de wijk van kunstenaars en intellectuelen, met o.a.

Kensington Gardens (1,10 km2), door een hek gescheiden van Hyde Park, en aan de westzijde Kensington Palace. Ten zuiden van Kensington Gardens is de Royal Albert Hall (concertzaal, vergaderzalen, enz.) met in de nabijheid het Imperial Institute (1893; technisch museum met etnografische afdeling), het Natural History Museum en het Victoria and Albert Museum. Aan de noordkant van de City of Westminster liggen Regents Park (1,90 km2, een deel van het jachtterrein van Hendrik vin), Botanie Gardens en Zoological Gardens. Ten noorden van New Oxford Street bevindt zich het British Museum.

De Theems wordt overspannen door 14 bruggen en er lopen o.a. vier tunnels voor voetgangers onderdoor. Bekend op de zuidoever van de Theems is Lambeth met Lambeth Palace, sinds 1197 residentie van de aartsbisschop van Canterbury; het bevat nog delen uit de 13e-15e eeuw.

ONDERWIJS EN CULTUUR

Londen telt drie universiteiten, diverse technische hogescholen en een handelsschool op universitair niveau. Verder zijn er de Koninklijke Zeevaartschool, de Koninklijke Academie voor Dramatische Kunst, de Koninklijke Muziekacademie, een antropologisch, een geografisch en een zoölogisch instituut. Londen bezit vele musea en kunstgalerijen, zoals het British Museum, het Victoria and Albert Museum, National Gallery, Tate Gallery, National Portrait Gallery, Wallace Collection. De British Library, 1973 afgescheiden van het British Museum, heeft 6 mln. banden. Covent Garden (in de City of Westminster) en het National Theatre (op de South Bank van de Theems) zijn van betekenis voor operaen theatervoorstellingen.

ECONOMIE

Industrie. Londen is het grootste industriecentrum van Groot-Brittannië. Hier werkt een kwart van de totale Engelse beroepsbevolking en een vijfde van alle industriewerknemers. De bedrijven zijn in het algemeen klein en m.n. gericht op de consumptieve sector. Zij liggen door de gehele stad verspreid, aan de Theems, aan de grote uitvalswegen, in het centrum en in bepaalde wijken.

Een belangrijk industriegebied is East End waarin de haven ligt (dokken en scheepsbouw) en waar kleding, tabak en huishoudelijke artikelen gefabriceerd worden. Verder vindt men in Londen cementfabrieken, raffinaderijen, graanmaalderijen, een veelzijdige metaalindustrie, elektrische-apparatenindustrie, brouwerijen, grammofoonplaten, schoenen meubelfabrieken, filmindustrie, optische en chemische industrie. De Londense industrie is economisch van grote waarde, maar is aan het stagneren en zelfs aan het teruglopen. Londen is het grootste centrum op het gebied van drukkerij en uitgeverij.

Handel. Londen is niet in de eerste plaats industriestad, maar vooral commercieel en financieel centrum (sinds de 18e eeuw vooral op internationaal gebied). De financiële activiteit speelt zich vooral in de City af. Op grote schaal worden er huiden, granen, wol, thee, suiker, rubber, koffie, wijnen en zuidvruchten geveild. Het is de belangrijkste markt voor diamant. Verder heeft Londen grote lokale markten (o.a.

Portobello Road en Petticoat Lane). Verder is Londen reeds lang toonaangevend op het gebied van de maritieme valutaverzekeringen. Londens commerciële betekenis is ten nauwste verbonden met zijn hoedanigheid van wereldhaven. Langs de Theems strekken zich over een lengte van ruim 12 km dokken uit. De nieuwere dokken liggen 3540 km verderop bij Gravesend en Tilbury. De havens beslaan 16 km2, met een kadelengte van 58 km.

De oliehavens verlenen toegang aan tankers tot 90000 t. Het havengebied staat onder beheer van de Port of London Authority. Er werken ca. 30000 personen in de Londense haven. Sinds 1945 is Londen ook wereldcentrum van de kunsthandel geworden (door de verkoopcentra Christie en Sotheby). Verkeer. Door de druk op Londen van de eigen bevolking en het dagelijks terugkerende werkverkeer was het noodzakelijk een uitgebreid vervoerssysteem te ontwikkelen. In 1890 werd de eerste metrolijn aangelegd.

Nu vervoert de metro jaarlijks 600 mln. passagiers. Bovengronds rijden 8500 bussen. Het aantal taxi`s is erg groot. Het stadsgebied langs de oevers van de Theems is overbelast. Vooral de bruggen zijn knelpunten. Westway was de eerste autoweg die in Londen werd aangelegd.

Er zijn drie luchthavens: Heathrow is de belangrijkste, voor goederentransport en personenvervoer; dan volgen Gatwick en Stansted. In 1971 werd besloten de bestaande vliegvelden uit te breiden en een tweede grote luchthaven aan te leggen (bij Foulness). bestuur. Sinds 1965 berust het bestuur over de hele stad bij de Greater London Council. Deze bestaat uit 100 leden en 16 aldermen (wethouders). Verkiezingen worden iedere drie jaar gehouden. De boroughs kiezen twee tot vier leden, afhankelijk van hun grootte.

Aldermen worden gekozen door de raad en hebben zes jaar zitting (iedere drie jaar treedt de helft af). Voorzitter, vice-voorzitter en tweede vice-voorzitter worden ieder jaar door de raad aangewezen. Het politieke hoofd van het bestuur is de Leader of the Council, gekozen door de grootste partij. De City of Londen heeft een afzonderlijke status, meer historisch bepaald dan bestuurseffectief. Het bestuur van de City wordt door het gemeentebestuur van Londen uitgeoefend door de Court of Common Council (onder deze naam bestaat het gemeentebestuur van Londen sinds de 12e eeuw), een lichaam dat bestaat uit de Lord Mayor (titel sinds 1545 in gebruik), 25 aldermen en 159 raadsleden. Sinds 1965 worden ook London Boroughs Councils gekozen, die het lokaal bestuur in handen hebben. De Greater London Council houdt zich vooral bezig met de openbare diensten, de stadsplanning en het onderhoud van de Theems.

geschiedenis. Londen, oorspronkelijk een Keltische nederzetting, werd in de le eeuw n.C. als het Romeinse Londinium, een belangrijke handelsplaats. In de 7e eeuw begon een nieuwe periode van bloei en werd de stad bisschopszetel. Alfred de Grote (871-899) voorzag de stad van versterkingen. De Londense privileges gaan deels terug op Willem de Veroveraar (1066—87). Einde 12e eeuw kreeg Londen het recht zelf zijn burgemeester en wethouders te kiezen.

Londen had een vrij groot aandeel in de afdwinging van de Magna Charta. Het vervulde in de late middeleeuwen in de internationale handel een belangrijke functie. De Hanze vestigde er een omvangrijk kantoor. Door zijn zelfbewuste, krachtige burgerij speelde Londen een belangrijke rol tijdens de Great Rebellion (164252). Rampjaren waren 1665-66, toen Londen door een grote pestepidemie en brand werd geteisterd. Londen was in de 18e—19e eeuw verreweg het voornaamste centrum van de wereldkoopvaardij.

In 1760 werden de wallen en poorten, ten behoeve van de snelle uitbreiding van de stad, gesloopt. In 194041, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd Londen zwaar bestookt door de Duitse luchtmacht. LITT. H.B.Wheathy, The story of Londen (1969); C.Hibbert, The biography of a city (1969); J.M. Summerson, Georgian London (1970); D.Piper, London. Ein Führer (3e dr. 1973); G.W.Berkien, Rondom Londen (1975); C.N.L.Brooke en G.Keir, London 800-1216, the shaping of a city (1975); D. J.Olsen, The growth of Victorian London (1976).