Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

linkshandigheid

betekenis & definitie

v., vanaf de geboorte, dus in aanleg, aanwezige voorkeur voor het gebruiken van de linkerhand.

Linkshandigheid gaat gepaard met linksvoetigheid. Deze ontwikkelingsverhouding hangt samen met het bij deze mensen sterker ontwikkeld zijn van de rechter grote hersenhelft. In het merendeel van de gevallen is de mens rechtshandig, waarbij de linker hersenhelft de dominerende is. Het spraakcentrum, rekencentrum, schrijf centrum enz. bevindt zich bij linkshandigheid in de rechter hersenhelft. Wanneer men kinderen die in aanleg linkshandig zijn dwingt rechtshandig te worden, kunnen zich hierdoor spanningen bij het kind ontwikkelen, die zich kunnen uiten in spraakstoornissen (b.v. stotteren), gedragsstoornissen en leermoeilijkheden. Vele linkshandige kinderen worden in de praktijk rechtshandig door aanpassing aan de omgeving. Linkshandigheid staat in geen enkel verband met intelligentie of creativiteit.