politieke crisis rond het toetreden van Limburg tot de Duitse Bond. Bij het eindverdrag van 1839, dat de scheiding tussen Nederland en België bezegelde, werd overeengekomen dat Ned.
Limburg (met uitzondering van Maastricht en Venlo, die rechtstreeks tot Nederland bleven behoren) als hertogdom zou toetreden tot de Duitse Bond, als compensatie voor dat deel van Luxemburg dat aan het door de mogendheden neutraal verklaarde België toekwam. Tevens bleef dit deel van Ned. Limburg afgevaardigden naar de Ned. Staten-Generaal zenden. In 1848 leidde deze situatie tot een crisis door een kortstondige actie voor aansluiting bij Duitsland. Toen in 1866 de Duitse Bond ontbonden werd, werd bepaald dat Limburg voortaan een integrerend deel van Nederland zou vormen, vrij van iedere Duitse band.
LITT. J.C.Boogman, Nederl. en de Duitse Bond 1845-51 (2 dln. 1955).
