Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

leugen

betekenis & definitie

v./m. (-s),

1. opzettelijk uitgesproken onwaarheid: leugens verzinnen, uitdenken; een leugen om bestwil, leugen om een goed doel te bereiken en daarom min of meer te verontschuldigen; (gemeenz.) hij is aan (van) zijn eerste leugen niet gebarsten (en voor zijn tweede niet opgehangen), hij heeft reeds dikwijls gelogen; (spr.) al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt ze wel, tenslotte zal de waarheid blijken;
2. het liegen: een maatschappij waarin de leugen oppermachtig troont;
3. valsheid: haar leven was één grote leugen.