Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lazuur

betekenis & definitie

o.,

1. kleuring van glas-of aardewerk met behulp van metaalzouten of metalen;
2. iets dat hemelsblauw is, m.n. helderblauwe hemel;
3. (heraldiek) vero., maar nog gebezigde aanduiding voor blauw.

Op glaswerk ontstaat door het afgewerkte glas (sierglas, plaatglas voor kerkramen e.d.) met bepaalde metaalpreparaten en een indifferente aardachtige stof (pijpaarde, bruine oker e.d.) te beschilderen en daarna bij zwakke roodgloeihitte in een, soms reducerende, moffeloven in te branden. Gouden koperlazuur zijn rood, zilverlazuur helder geel. Het lazuur is een kleuring in het glas, hoogstwaarschijnlijk van colloïdale natuur. De keramiek kent de opglazuurtechniek: het opbrengen van een zeer vloeibare kleur in zeer dunne laag, wat een fond geeft.

LITT. M.Mields en R.Lanschke, Praxis der Porzelan Malerei (1965).