I. o., (plat) een afschuwelijke ziekte: zich het werken;
II. bn., (plat) stomdronken, lazarus [Gr. Lazaros, Hebr. Eleazar, God heeft geholpen], in het NT (Luc.16) melaatse uit de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus. Later patroon van zieken (lazaret, hospitaal) en melaatsen.