Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

landraad

betekenis & definitie

m. (-raden),

1. (hist.) ben. voor enkele hoge bestuurscolleges in de Nederlanden;
2. wetgevende vergadering in een aantal Zwitserse kantons;
3. (in vm. Ned.-Indië) gewone rechtbank in burgerlijke zaken voor inlanders, voor vreemde oosterlingen ook in strafzaken.

Landraad is de benaming van twee Ned. bestuurscolleges uit de eerste periode van de Tachtigjarige Oorlog.

1. Het dagelijks bestuur (met beperkte macht) van het gewest Holland, in 1575 ingesteld; het moest prins Willem van Oranje bijstaan. Deze Landraad werd nog in 1575 afgeschaft en vervangen door de Gecommitteerde Raden (Gedeputeerde Staten).
2. Een door de Staten-Generaal in 1581 aangewezen college, dat naast hertog Frans van Anjou met het regeren belast was. Daarnaast werd in 1582 een ‘Landraad beoosten Maze’ ingesteld. Beide werden in 1584 na Anjou’s vertrek opgeheven. Hun functie werd overgenomen door de toen opgerichte Raad van State onder prins Maurits.