Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Krupp-concern

betekenis & definitie

Westduits ijzeren staalconcern, gevestigd te Essen. De onderneming werd in 1903 opgericht ter voortzetting van de sedert 1811 bestaande staalgieterij en wapensmidse der familie Krupp, waarvan de oorsprong teruggaat tot 1587.

Het Krupp-concern groeide uit tot een geïntegreerd bedrijf en omvatte o.a. staalfabrieken, fabrieken voor staalprodukten, scheepsbouwondernemingen en steenkolenmijnen. Vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog breidde de onderneming zich zeer sterk uit, voornamelijk door de vraag naar wapens (b.v. de 42 cm houwitser Dikke Bertha en een langeafstandskanon dat van meer dan 100 km afstand Parijs bestookte). Na 1918 (aantal werknemers 115000) werd de wapenfabricage verboden en schakelde Krupp voornamelijk over op machines en spoorwegmaterieel. Na 1933 ging de wapenen munitieproduktie weer een belangrijke rol spelen, terwijl ook de Tweede Wereldoorlog zijn stempel op de gang van zaken bij het concern drukte. In 1943 werd de Aktiengesellschaft door Hitler ontbonden en weer omgezet in een firma met A.Krupp von Bohlen und Halbach als enige firmant, die na een onderbreking van 1945–51, in 1953 weer de leiding van het concern op zich nam. Op last van de geallieerde bezettingsautoriteiten werden vanaf 1953 sommige onderdelen van het concern ontmanteld, andere tot zelfstandige ondernemingen gemaakt, terwijl slechts de kern van staalverwerkende bedrijven met enkele handelsondernemingen overbleef.

Bovendien werd bepaald dat Krupp zijn mijnen en staalbedrijven diende te verkopen, maar deze bepaling werd nooit uitgevoerd en in 1968 ongedaan gemaakt. Sedertdien is het concern weer enigszins opgebouwd, maar nagenoeg geheel zonder produktie van oorlogsmaterieel. Het omvat een groot aantal dochterondernemingen; het produktieprogramma is zeer gevarieerd en omvat behalve de staalproduktie en -verwerking, industriegebouwen, ertsen grondstoffenvoorziening, woningbouw en handel. De belangrijkste na 1953 gevormde nieuwe zelfstandige onderneming was de Hiittenund Bergwerke Rheinhausen AG, die later, na de overname van de Bochumer Verein für Gussstahlfabrikation AG, een vroeger onderdeel van de Vereinigte Stahlwerke, haar naam wijzigde in Fried. Krupp Hüttenwerke AG, Bochum. Deze onderneming had in 1976 een produktie aan ruwijzer van 3 mln. t, aan ruwstaal van 4 mln. t, waaronder edelstaal 717000 t; het aantal personeelsleden beliep 25500.

De omzet over 1976 beliep DM3 mrd., waarvan 22 % export. Het aandelenkapitaal bedroeg DM573 mln., het zichtbare eigen vermogen DM790 mln., de totale activa DM3 mrd. Het concern geraakte in 1966 in ernstige financiële moeilijkheden maar werd door grote kredieten van de staat en een groot aantal banken gered. Een adviesraad nam de alleenzeggenschap van Krupp over en het gehele bedrijfsvermogen, incl. dat van Fried. Krupp Hüttenwerke AG, waarvan Krupp tevoren ca. 75 % bezat, werd ingebracht in een nieuwe vennootschap Fried. Krupp GmbH, waarna verscheidene verliesgevende sectoren werden af gestoten.LITT: B.Menne, Blood and steel: the rise of the House of Krupp (1938); E.Schröder, Krupp, Gesch. einer Unternehmerfamilie (1957); M.Mühlen, Die Krupps (1960); G.von Klass, Aus Schutt und Asche; Krupp nach fünf Menschenaltern (1961).

< >