Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koppel

betekenis & definitie

I. m./v., 1. draagband, gordel of bandelier, vooral van militairen, om de sabel, bajonet enz. aan te dragen; 2. halsband met lijn voor honden;

II. o. (-s), 1. wat door een band, eig. of fig., bijeengehouden is, vandaar een paar, een tweetal dat bijeenhoort, een stel, vooral bij bepaalde zn. gebruikt: een — duiven, een doffer en een wijfje; ook van meer zaken, dieren of personen: een — paarden, ossen, die samen voor een wagen of ploeg gespannen zijn; een — patrijzen, een vlucht; een pistolen; 2. (mechanica) een stelsel van twee gelijke en evenwijdige krachten, die in tegengestelde richting werken (e): een rechts-, een linksdraaiend —; 3. aan een orgel: inrichting die verschillende manualen met elkaar, of het manuaal met het pedaal verbindt.

(e) In de afb. zijn F en -F krachten die samen een koppel vormen. De loodrechte afstand AB tussen beide werklijnen noemt men de arm van het koppel. In het algemeen kunnen twee willekeurige krachten die op een stijf lichaam aangrijpen en die in één vlak liggen, vervangen worden door één enkele →kracht, de resultante. De twee krachten van een koppel zijn niet door één andere kracht te vervangen. Daardoor heeft het begrip koppel een zelfstandige betekenis naast het begrip kracht.

Een koppel, aangrijpend op een stijf lichaam veroorzaakt een draaiing van dit lichaam. Zo zal een magneetnaald in een magnetisch veld zich zodanig oriënteren dat ze evenwijdig aan de twee krachten komt te liggen. Het moment van een koppel is het produkt van één der krachten met de arm. Men moet het moment van een koppel opvatten als een vector, koppelvector. De koppelvector M (afb.) staat loodrecht op het vlak van de krachten, heeft een lengte M = AB x F, en is gericht in de voortgaande richting van een rechtse schroef die draait in de door het koppel aangegeven draairichting. De werking van een koppel verandert niet indien het verplaatst wordt in het vlak waarin het werkt of overgebracht wordt naar een evenwijdig vlak.

Gelet op de ruime verplaatsingsmogelijkheden van een koppel, blijkt dat de koppelvector alle informatie geeft die voor het beoordelen van de uitwerking van een koppel nodig is. De koppelvector wordt gebruikt bij het samenstellen van koppels tot één resulterend koppel.

De werking van een koppel kan slechts opgeheven worden door een koppel met gelijk moment, maar met tegengestelde draaiingszin.

Bij een deformeerbaar lichaam mag een koppel in het algemeen niet worden verplaatst zoals bij een stijf lichaam, b.v. de wringing van een staaf is afhankelijk van de plaats van het vlak waarin het wringende koppel aangrijpt.